Dat het zuidoosten van Turkije een bijzonder gebied is, wist ik al van een eerdere rondreis. Ondanks dat ik enkele plekken relatief kortgeleden bezocht, was ik er nog niet uitgekeken. Mesopotamië (letterlijk: tussen rivieren) is het gebied rond de rivieren Eufraat en Tigris. Allerlei volkeren bewoonden Mesopotamië in de loop der tijd of trokken er doorheen. Je vindt er onder meer het oudst bekende tempelcomplex ter wereld Göbeklitepe, Romeinse mozaïeken, de Nemrut berg met zijn indrukwekkende stenen hoofden en Harran met zijn ‘bijenkorfwoningen’. Tel daarbij op de levendige steden met hun kleurrijke bazaars, de kruidige keuken én de verschillende culturen die nu nog in het gebied voorkomen. Mesopotamië heeft genoeg ingrediënten voor een heel interessante reis die al je zintuigen maximaal prikkelt.

Anavarza archeologische site: nog grotendeels onontdekt
Vanuit Adana reizen we 70 kilometer noordwaarts. Eerste stop op deze rondreis is Anavarza. Deze historische plek is nog grotendeels niet opgegraven en onbekend bij het grote publiek. Anavarza staat al wel een aantal jaren op de nominatie om Unesco werelderfgoed te worden. De site bestaat uit een 200 meter hoge klif met daarop een kasteel en acropolis en aan de voet van de klif een verwoeste benedenstad. Wat direct in het oog springt is de gerestaureerde Romeinse triomfboog bij de entree van de benedenstad. Ook de zuilenweg stamt uit de Romeinse tijd. Hij is tweeënhalve kilometer lang en voor Romeinse begrippen bijzonder breed. Breder zelfs dan de bekende Via Appia in Rome. Al lang voor de komst van de Romeinen zou dit gebied vermoedelijk al bewoond zijn geweest, stel je dat eens voor. En nu kun je hier gewoon nog gratis tussen de ruïnes rondstruinen.


Anavarza moet reusachtig zijn
Maar een klein deel van Anavarza is blootgelegd. Wij bezoeken de benedenstad, die na een serie aardbevingen in 1374 door een oorlog definitief verwoest en verlaten werd. Het is rond de middag, enorm heet en we hebben nog een lange reis te maken. De klim naar het kasteel laten we daarom voor wat die is. Vaak verdiep ik me pas achteraf in de achtergrond van een plek. In Anavarza zijn geen borden die uitleg geven, dus moet je ter plaatse je fantasie maar gebruiken. Thuis ga ik dan op zoek naar achtergrondinformatie en die blijkt er best veel te zijn. Daarin lees ik onder meer dat als men heel Anavarza gaat opgraven, het zelfs groter dan Efeze is. Maar zo ver is het nog niet. Achteraf vind ik het wel jammer dat we het kasteel niet bezochten. Dat is dan weer een goede reden om nog eens terug te gaan.




Zeugma mozaïek museum in Gaziantep
Daar zijn ze weer, de Romeinen. Rond het begin van de jaartelling lag aan de oever van de Eufraat de stad Zeugma (betekende brug of passage). De Romeinse garnizoensstad was een bloeiend economisch en cultureel centrum en in de luxe stadvilla’s waren de vloeren bedekt met mozaïeken. Zeugma werd verlaten en vergeten en de mozaïeken verdwenen onder een laag zand. Na de herontdekking werd al vrij snel bekend dat Zeugma na de aanleg van een stuwdam onder water zou verdwijnen. In vijf maanden tijd slaagden archeologen erin zoveel mogelijk mozaïeken te redden. Ze bevinden zich nu in het Zeugma mozaïekmuseum, het grootste ter wereld.




De Mona Lisa van Gaziantep
We beginnen ons bezoek met een film over Zeugma. Die was best interessant, alleen in 3D maar er waren geen 3D-brillen. Gelukkig is het bekijken van de 2D mozaïeken en betere kijkervaring. Die zijn werkelijk heel imposant. Wat een werk is dat geweest om die te maken! Een aantal kun je ook echt van heel dichtbij bekijken. Topstuk is ‘het zigeunermeisje’, ook wel de Mona Lisa van dit museum genoemd. Oorspronkelijk een vloermozaïek maar nu hangt het aan de muur. Je gaat een aparte ruimte in. Daar is het heel donker, er speelt mooie klassieke muziek en heel mooi uitgelicht zie je haar dan hangen. Erg bijzonder. Overigens staat niet vast dat het werkelijk een afbeelding van een zigeunermeisje is. Er zijn ook theorieën die beweren dat het een portret van Alexander de Grote is.


Culinaire hoofdstad van Mesopotamië: Gaziantep
Gaziantep staat erom bekend dat je er lekker kunt eten. Voordat we dat gaan doen, brengen we een snel bezoek aan de bakırcılar çarşısı, de koperslagersbazaar. Een overdekte markt zoals je die in veel grote steden in Oost-Turkije nog vindt. Op enkele plekken zijn de koperslagers nog aan het werk. Je komt hier ogen en oren tekort. De geur van verse kruiden en koffie dwarrelt in je neusgaten. Iemand slalomt op zijn scooter tussen het winkelend publiek door en een simitverkoper draagt een groot blad vol simit broodjes op zijn hoofd. Kitscherige koperen spulletjes zover je kunt kijken. Kortom: de gebruikelijke gezellige chaos. Bij İmam Çağdaş Kebap ve BaklavaSalonu eten we heerlijke kebap én baklava. Laat je niet afschrikken door de felle verlichting en de drukte, dit is echt een aanrader.




Van Gaziantep naar Nemrut via Karakuş, Cendere en Kahta
Vandaag moeten we zo’n 250 kilometer afleggen, een rit van een dikke 4 uur. Minimaal. Gelukkig zijn er onderweg nog wat stops ingepland. We komen onder meer langs Adıyaman, waar helaas de herinnering aan de aardbeving van februari 2023 nog maar al te goed te zien is. Langs de weg zie je nog delen van ingestorte gebouwen en dorpen van containerwoningen. Een treurig beeld want zo te zien zal het nog een tijd duren voordat iedereen hier weer een echt huis heeft. Gelukkig hebben in deze regio veel historische bezienswaardigheden de aardbeving doorstaan. Op deze manier heeft men nog broodnodige inkomsten door het toerisme. De omgeving van Adıyaman maakte rond de jaartelling deel uit van het koninkrijk Commagene, waarvan Mount Nemrut het belangrijkste overblijfsel is.
Karakuş tumulus, laatste rustplaats voor belangrijke dames
Mithridates II van Commagene bouwde een imposant grafmonument voor zijn moeder, zus en nicht. Aan de omvang van deze plek zie je dat vrouwen in Commagene een belangrijke plek innamen. Karakuş betekent zwarte vogel en verwijst naar het standbeeld van de adelaar op de 9 meter hoge pilaar die je vanaf de ingang ziet. Als je over het voetpad rond de 20 meter hoge grafheuvel loopt, heb je uitzicht op de omgeving met bij helder weer ook de Mount Nemrut. Die qua vorm op Karakuş lijkt maar dan veel groter. Je herkent hem gemakkelijk aan de kale punt. Je kunt niet meer dichtbij de pilaren komen dus het reliëf en de inscripties zijn niet goed te zien, maar er staan goede informatieborden met uitleg in het Engels. De grafheuvel zelf is helaas ooit geplunderd, een leeuwenhoofd van zijn pilaar in het gras gevallen en de stenen uit de grafheuvel zijn gebruikt bij de aanleg van de Cendere brug. Zo zie je maar, er kan heel wat gebeuren in twee eeuwen tijd.

De Cendere brug uit de Romeinse tijd
Keizer Septimius Severus liet deze 120 meter lange brug door garnizoenssoldaten bouwen. Aan de ene kant kijkt hij uit op de rivier met de nieuwe brug waar het verkeer over gaat, aan de andere kant op een spectaculaire kloof. Er zou geen mortel gebruikt zijn bij de bouw, wat het nog meer een architectonisch hoogstandje maakt. Zielig verhaal: er staan 3 zuilen aan de uiteinden van de brug Nummer vier ontbreekt. Niet door een aardbeving, maar de zuilen waren ter ere van de keizer, zijn vrouw en twee zoons. Toen de ene zoon de andere vermoordde, liet hij ook maar gelijk alles slopen wat aan zijn broer herinnerde. Waaronder dus ook de vierde zuil. Wij worden na een snelle fotostop weer snel onze bus in gedirigeerd want we moeten nog naar Mount Nemrut vandaag.

De Kahta burcht, laatste stop voor Nemrut
Ook gesticht tijdens de bloeiperiode van het Commageense Rijk: de Kahta burcht. Ruim duizend jaar lang lieten allerlei volkeren en culturen hier hun sporen na. Een inscriptie uit 1286 en de Turkse naam Yeni Mamluk Kale maken duidelijk dat de laatste oude bouwkundige werkzaamheden stammen uit de middeleeuwen. Toen heersten de mammelukken. een machtige militaire orde. Het kasteel is na 17 jaar renovatie weer toegankelijk voor bezoekers. Omdat het al tegen drieën was, we nog niet geluncht hadden en de kans op lunch minimaal was, begaf ik me in plaats van naar het kasteel naar het naastgelegen café. Daar verbrak ik het snelheidsrecord linzensoep en een mandje brood verorberen. Ik zal nog een keer terug moeten om het te zien. Het ziet er vanaf buiten in elk geval zeer imposant uit.

Mount Nemrut, begraafplaats van een ijdeltuit
Mount Nemrut of Nemrut Dağı wilde ik al heel lang zien. De reusachtige stenen hoofden bij de graftombe en tempel van koning Antiochus zijn een van de bekendste bezienswaardigheden van Oost-Turkije. Antiochus was de stichter van het koninkrijk Commagene en hij leed aan grootheidswaanzin. Of is een grafheuvel van 50 meter hoog bescheiden te noemen? Vanaf de ingang liepen wij eerst het pad naar de oostelijke tempel op (rechtsom). Je hebt een fenomenaal uitzicht over het desolate berglandschap. Net zo imposant zijn de metershoge onthoofde beelden met de ervoor liggende losse hoofden. Naast Antiochus liggen Fortuna, Zeus, Apollo en Hercules, geflankeerd door adelaars en leeuwen die de goden moesten beschermen. Ook het offeraltaar staat nog bij de beelden. Na de oostelijke tempel haasten we ons over het pad naar het westelijke terras. Daar gaat de zon onder. Alleen is die de hele dag nog achter de wolken gebleven.


Koninklijke zonsondergang op Mount Nemrut
Aan de westzijde vind je dezelfde beelden, maar ze zijn nog minder intact dan die bij de oostelijke tempel. Ondanks dat is het een bijzondere plek. Meer dan 2000 jaar oud, op 2150 meter hoogte en op kilometers afstand van recente bebouwing. Blijkbaar heeft ons schietgebedje tot de weergoden ook nog resultaat: de wolken verdwijnen vlak voordat de zon ondergaat. De knalblauwe hemel met de gouden zonnestralen maakt dat het berglandschap er nog spectaculairder uitziet. En de zon zet ook de grijze beelden in een warme roodgouden gloed. Kers op de taart! Met het bezoek aan Nemrut kan ik ook weer een bezienswaardigheid van mijn Unesco werelderfgoed lijstje afvinken. Check. Vroege vogels kunnen Nemrut ook ’s ochtends bezoeken om de zonsopkomst te zien.



Arsameia, slachtoffer van de aardbeving
Via Arsameia verlaten we Mount Nemrut National Park. Arsameia was de zomerhoofdstad van Commagene. Helaas heeft deze gratis te bezoeken vindplaats te lijden gehad onder de aardbeving. De enige stèle die we kunnen zien, staat nog maar half overeind. Er zouden hier nog veel meer standbeelden, reliëfs en de resten van een paleis moeten zijn. Touwen versperren ons de weg als we proberen meer van Arsameia te ontdekken. De rest van de vindplaats is niet toegankelijk dus deze schatten blijven verborgen voor ons.

Göbekli Tepe, begin van de menselijke geschiedenis
Het is de reis van de Unesco hoogtepunten. Vandaag staat Göbekli Tepe, de heuvel van de navel, op het programma. Deze vindplaats is de laatste paar jaar enorm gehypet en in het nieuws geweest. Bij mij kwam ‘ie in elk geval redelijk vaak voorbij in het Turkijenieuws dat ik volg. De plek is dan ook bijzonder. Ouder dan Stonehenge of de pyramides. Waarschijnlijk zo’n 12.000 jaar geleden gesticht toen de mensen nog jagers-verzamelaars waren en zich nog niet op één vaste plek vestigden. Göbekli Tepe bestaat uit meerdere kunstmatig aangelegde heuvels waarvan nog maar een heel klein gedeelte werd opgegraven van de ronde kamers die eronder liggen. De plek was lang in gebruik, naar schatting zo’n 3.000 jaar. Vermoedelijk was het een plek van samenkomst, maar wat de mensen er toen precies deden is nog niet bekend. Bij het verlaten van de plek werden de kamers begraven onder de aarde.

Göbekli Tepe is geen amateuristisch gebeuren
In een oude reisgids lees ik ‘er is geen bewaking en je hoeft geen entree te betalen’. Nou, die tijd is voorbij. Tickets kosten inmiddels meer dan € 20,- (oktober 2024). Er is een groot hoofdgebouw met expositieruimte en uiteraard de souvenirwinkel. Vervolgens moet je verplicht in een minibus die je naar de opgraving vervoert. De ongeveer 1 kilometer lopen is niet toegestaan. Het handigste is om eerst de expositie te bekijken. Met een film en een ruimte met licht- en geluideffecten wordt er van alles over de geschiedenis van Göbekli Tepe uitgelegd. Ik heb altijd een beetje moeite om al die informatie in me op te nemen en ga liever snel naar de plek zelf om te kijken. Meestal zoek ik dan zoals nu, achteraf de informatie op. Op één of andere manier werkt dat beter.

Prehistorische kunstwerken in Göbekli Tepe
De opgraving zelf wordt met een stellage beschermd tegen de weerelementen en via een houten plankier loop je eromheen. Van bovenaf bekijk je de metershoge T-vormige sculpturen waarvan een aantal zichtbare afbeeldingen van dieren heeft, zoals reptielen en vogels. In de tijd dat Göbekli Tepe ontstond, waren er nog geen ijzeren gereedschappen. Mogelijk werden de afbeeldingen met stenen werktuigen gemaakt. Vanwege het feit dat de plek zo oud is, is er nog heel veel niet bekend. Ook is maar 1,5% opgegraven. De rest ligt nog allemaal bedolven onder de grond. Nu zijn de zomers er heel heet en droog, maar in de bloeitijd van Göbekli Tepe was dit deel van Mesopotamië een heel vruchtbaar gebied. De jager-verzamelaarbewoners besloten dieren te gaan houden en aan landbouw te doen. Dat was het startpunt van onze beschaving met nederzettingen, religie en technische vooruitgang. Dat maakt de plek wel heel bijzonder. Alleen in verhouding met wat je nu kunt zien, een beetje aan de dure kant wel.

Şanlıurfa, stad van profeet Abraham
Şanlıurfa (roemrijk Urfa) of gewoon Urfa was rond de tweede eeuw na Christus het eerste christelijke koninkrijk ter wereld. Volgens de plaatselijke legende werd de profeet Abraham hier in een grot onder de citadel geboren. Abraham komt zowel in de islam, het jodendom en het christendom voor en vele pelgrims weten nog de weg naar Şanlıurfa te vinden. Wij hebben maar een paar uurtjes voor het donker wordt en besluiten in sneltreinvaart de belangrijkste bezienswaardigheden te bezoeken. Een aantal ligt – heel handig- vlak bij elkaar. Gölbaşı ligt aan de voet van de kale (heuvel met kasteel). De kale zelf is tijdelijk dicht, dat scheelt een klim. In het park ligt Balıklı göl (meer met vis), een grote vijver met heilige karpers en daarrond enkele moskeeën en graftombes van heilige figuren uit de islam. Ook de moskee waar de ingang naar de Abraham grot is, vind je onder de kale.

Eten mag niet, voeren wel
In Gölbaşı wemelt het van de pelgrims, het zijn er bijna net zoveel als er karpers in de vijver zwemmen. Wie de heilige karpers opeet, zou blind worden. Ze opeten mag dus niet, voeren mag wel. Ook de karpers hebben weer met Abraham te maken. Die had beelden in een tempel kapotgegooid en belandde als straf op de brandstapel. God zou echter de vlammen in water en het hout in karpers veranderd hebben. Een sterk staaltje, dat de karpers hun beschermde status opleverde. Gölbaşı is ondanks de drukte wel een fijne plek om rond te lopen. Dankzij het vele groen is het er relatief koel. Een ideale plek om lekker mensen te kijken of wat te drinken in een van de theetuinen.


De bazaar van Urfa, alles is er te koop
Zoals iedere grote stad in Turkije heeft ook Şanlıurfa nog een stadsdeel met nauwe straatjes waar je de duvel en z’n ouwe moer kunt kopen. Sommige verkopers hebben een winkeltje van een deur breed en een paar meter lang. Ze passen er zelf in met hun handelswaren maar dat is het dan ook. In de bazaar vind je alles. Kruiden, goud, etenswaren, kleding, schoenen. Ja, eigenlijk alles wat je maar nodig hebt. Je moet hier ook uitkijken dat je niet verdwaalt in de wirwar van kleine straatjes. Het is helaas alweer bijna sluitingstijd dus veel tijd om rond te kijken hebben we niet.

Welkom met vuurwerk
Dankzij onze trouwe vriend Google Maps vinden we in het doolhof van de oude stad ons hotel, waar het personeel een heus welkomstvuurwerk voorbereid heeft. Met muziek en brandende fakkels worden we binnengehaald. Dat is nog eens een warm welkom! We slapen in Müzepotamia Butik Otel, een traditionele konak. Een konak is een soort paleisachtige woning, in zuidoost-Turkije vaak met een ommuurde binnenplaats. Tijdens de restauratie in 2018 zijn er in een deel van het complex onder meer resten van een tempel en waterkanalen gevonden. De oude bebouwing zou zelfs uit meerdere lagen uit verschillende tijdperken bestaan. In de ontbijtruimte zijn de archeologische resten met glasplaten afgedekt en kun je ze nog bekijken. Het is bijzonder om het overigens heerlijke en uitgebreide ontbijt te nuttigen op een plek met zo’n duidelijk zichtbare eeuwenoude geschiedenis.


Sıra gecesi in Urfa: muziek, eten en drinken
Vroeger vonden in Urfa al sıra gecesi, ‘avonden om beurten’ plaats. Toen draaide het nog niet om muziek, maar binnen een gemeenschap of vriendengroep stelde steeds iemand anders zijn huis als ontvangstplek beschikbaar. Het waren avonden voor discussies over allerlei uiteenlopende onderwerpen. Urfa is ook een stad met een lange muzikale traditie. De tegenwoordige sıra gecesi draaien vooral om muziek, eten en drinken. Wij hadden een beetje pech met de locatie. De muziek was heel hard, een gesprek voeren haast onmogelijk. Er waren ook vrijwel alleen maar mannen en er werd binnen naar hartenlust gerookt. Het concept van traditionele muziek met lekker eten is prima, alleen de uitvoering wat minder. Wel spectaculair: de drummer die het vel van zijn trommel met brandbare vloeistof begiet en vervolgens in de fik steekt.


Harran, stad met een rijke en lange geschiedenis
Vlakbij de Syrische grens ligt Harran, waar ook weer de profeet Abraham zijn sporen naliet. Kun je nagaan hoe oud het stadje is. Vanwege de strategische ligging tussen de rivieren Eufraat en Tigris was Harran een belangrijke handelsstad in Mesopotamië. Dat toen overigens ook nog niet zo droog en heet was als tegenwoordig, maar juist koel en groen. De oudste islamitische universiteit stond in Harran. Resten hiervan én van een van de eerste moskeeën bezichtig je op het opgravingsterrein. Dit was zelfs nog gratis te bekijken. De minaret is vierkant, wat heel bijzonder is want vrijwel alle minaretten zijn rond van vorm. Ook in Harran leefden weer allerlei volkeren, totdat de Mongoolse invasie in de dertiende eeuw een einde maakte aan de rijkdom. Harran werd het slaperige stadje dat het nu nog steeds is. Hou je niet zo van archeologie, dan heeft Harran nog wel wat anders leuks: de bijenkorfhuisjes.

De bijenkorfhuisjes van Harran
Als je Harran binnenkomt, vallen al snel de lemen bouwsels in de vorm van een bijenkorf op. Vroeger woonden de mensen in deze huizen, die dankzij hun vorm en bouwwijze comfortabel koel waren in het warme klimaat. Nu woont men liever in een modern huis en zijn de oude woningen met hun aparte bouwstijl in het beste geval nog schuurtjes. Harran Kültür Evi (cultuurhuis) is een nagebouwde nederzetting waar je ziet hoe de mensen vroeger leefden en wat voor voorwerpen ze gebruikten. De bijenkorfhuisjes in dit openluchtmuseumpje zijn erg ‘instagrammable’. Je kunt je laten fotograferen in kleurige kleding en op een kameel. Niet heel erg authentiek maar wel leuk om even rond te kijken. Helaas hebben we ook vandaag een volle planning dus kunnen we niet langer in het stadje rondkijken.





Op weg naar Mardin
We vervolgen onze weg door het dorre landschap waar slechts af en toe plukken groen verraden dat er water stroomt. We rijden op een steenworp afstand van de Syrische grens en stoppen onderweg nog om de grotten van Bazda te bekijken. Dit is geen natuurverschijnsel, maar de grotten zijn door mensen uitgehakt. In Soğmatar is nog een kleine tempel, gewijd aan de zonne- en maangoden. Maar wat een desolaat gebied is dit. Dankzij meerdere stuwdammen en irrigatiekanalen van het Project Zuidoost-Anatolië vloeit er nog wat water en kan men gewassen verbouwen. Anders zou het hier een grote woestijn zijn. We naderen onze eindbestemming van vandaag: Mardin. De stad met zijn vele huizen in lokale stijl, moskeeën en kerken torent op een enorme rots boven de Mesopotamische vlakte uit. Echt wat je noemt een spectaculaire entree.



Een tweede kennismaking met Mardin
In Mardin waren we al eerder en ik schreef er al over de stad en zijn bezienswaardigheden in het artikel Minirondreis Oost-Turkije. Ik heb nog een missie: een stapel kleurrijke sjaals kopen die ik cadeau wil geven aan de gasten op mijn vijftigste verjaardag. Daarom spoeden we ons na de check-in naar Straat nummer één waar je allerlei regionale souvenirs vindt. Van zeep tot koffie en van zilverwerk tot wijn. Van oudsher wonen in Oost-Turkije afstammelingen van verschillende volkeren door elkaar. Door die mix van volkeren vind je in Oost-Turkije naast mooie oude moskeeën ook kerken en kloosters. Wij ontsnappen even aan de drukte van de hoofdstraat in de Saint Hirmiz Chaldean Church. Het gebouw is heel oud, 397 na Christus staat er op de plaquette.



Mor Gabriel, de ondergrondse stad Matiate en Meryem Ana Manastırı
Wat je zeker niet mag overslaan als je in Mesopotamië bent, is het Mor Gabriel klooster. Het oudste Syrisch-Orthodoxe klooster waar de aartsbisschop van Tür Abdin zetelt. Het is nog een werkend klooster en je kunt delen ervan bezoeken. Bij ons vorige bezoek kregen we al een uitgebreide rondleiding van een van de kloosterlingen.

Een primeur voor ons reisgezelschap: via vrienden van vrienden kon Mithra Travel regelen dat wij de ondergrondse stad Matiate mogen bezoeken. Het gangenstelsel werd nog maar recent ontdekt, in 2020 en men is er nog volop bezig met archeologische werkzaamheden. Matiate is nog niet open voor publiek. Een van de werkmensen laat ons het voorste deel van het naar schatting 30 hectare grote gangenstelsel zien. Ondergrondse steden vind je op meer plekken in Turkije. In Cappadocië zijn er ook heel grote die je kunt bezoeken.

Mijn reisgids prijst Meryem Ana, de kerk van Moeder Maria, aan als ‘ongetwijfeld het mooiste Syrisch Orthoxode gebouw in Turkije’. Deze kerk uit de vijfde eeuw staat in het enorm afgelegen dorpje Anıtlı (Turks) of Hah (Syrisch). Qua vormgeving en stijl lijkt het wel op het Mor Gabriel klooster en het heeft een aantal mooie bouw- en beeldhouwkundige details.

De verzonken stad Hasankeyf
Sinds 2020 ligt het stadje Hasankeyf onder water en stroomt de Tigris door wat eens een belangrijke archeologische vindplaats was. Hasankeyf is slachtoffer van Project Zuidoost-Anatolië met zijn vele stuwdammen en -meren. De bevolking protesteerde jarenlang tegen de onderwaterzetting, zonder resultaat. Hasankeyf is eeuwenoud, gesticht door de Romeinen en daarna bewoond door verschillende volkeren. Met de komst van de Ilisu dam verdween een groot aantal overblijfselen en de woningen van de inwoners van Hasankeyf onder het wateroppervlak van de Tigris. Enkele monumenten werden verplaatst naar de nieuwe, hoger gelegen oever van de rivier. Maar iedereen moest verhuizen naar de nieuwe stad. Een lot dat bijvoorbeeld ook de inwoners van Yusufeli in het Noordoosten van Turkije trof. Hasankeyf staat ook bekend om zijn vele grotten in de omliggende heuvels, meer dan 4000. Al vanaf de prehistorie woonden hier mensen. Nu bekijk je ze vanaf de boot.


Rondvaart over de Tigris in Hasankeyf
Dé attractie na de onderwaterzetting is nu een boottocht over de Tigris langs kliffen, grotten en bewaard gebleven monumenten. We wachten bij de haven tot onze boot klaar is voor vertrek. De eigenaar van het kleine drankjesbuffet test ondertussen zijn geluidsinstallatie. Niet echt per se nodig voor ons groepje van 10 en nog een enkele verdwaalde toerist. Maar wel de enige actie in de wijde omgeving. Het is wel een raar idee, dat je gaat varen over een plek waar tot enkele jaren terug nog gewoon mensen woonden en werkten. Om een eventueel melancholische stemming snel op de achtergrond te dringen, heeft onze kapitein ‘gelukkig’ ook nog wat Koerdische dansnummers op bijbehorende geluidssterkte in petto. Zonder muziek, met alleen ons bootje en verder geen enkele levende ziel in zicht is de boottocht een bijzondere ervaring. De zon zakt langzaam en werpt een zacht licht op de kalkstenen rotsen en de grotten waarvan enkele nog bewoond zouden zijn.

‘Koerdische hoofdstad’ Diyarbakır
Voor ons wederom een bekende bestemming en het einde van onze rondreis: Diyarbakır, de zwart-witte stad. Zwart-wit vanwege de stadsmuren en een aantal belangrijke gebouwen (moskeeën, kerken, musea) die gemaakt zijn van het kenmerkende zwarte basalt. Ook de stad die negatief in het nieuws kwam bij de strijd tussen de PKK (Koerdische Arbeiderspartij) en de Turkse staat. Bij die strijd werden delen van de stad verwoest. Nog steeds is de bevolking veelal Koerdisch. Het historische centrum Sur is deels gerestaureerd maar de nieuwe gebouwen en de zwart-witte monumenten vormen een tegenstelling met de smalle straatjes rond het centrum waar je vooral dichte rolluiken, graffiti en achterstallig onderhoud ziet. En als je goed kijkt, ook nog kogelgaten of andere overblijfselen van de oorlog. Is het daarmee een onveilige stad? Nee, voor mij niet. In elk geval niet overdag. En ’s avond mijd je het beste de achterafstraatjes.


Koerden en kerken in Diyarbakır
Na het ontbijt hebben we nog een paar uur om Diyarbakır te ‘herontdekken’. Na de grote moskee, de Ulu Cami, bezoeken we twee kerken. Beide gebouwd van zwart basalt maar van verschillende geloofsgemeenschappen. De Surp Giragos kilisesi hoort bij een negentiende-eeuwse Armeense christelijke geloofsgemeenschap en de Mar Peytun is een Chaldeeuws Katholieke. Dit gebouw stamt uit de zeventiende eeuw. Qua stroming is deze kerk dezelfde als die we in Mardin bezochten. Na een verfrissend drankje in de Sülüklü Han in de bazar, gaan we door de Sur naar iets heel bijzonders: de dengbêj van Diyarbakır. Dengbêj zijn belangrijk in de Koerdische cultuur. Voornamelijk mannen, maar Diyarbakır heeft zowaar ook een vrouwelijke.


Een dengbêj zingt over alles wat in het menselijk leven gebeurt. Alleen, of soms met meer. Al eeuwenlang houden de dengbêj door liederen, verhalen en gedichten de Koerdische cultuur levend. Op de stille binnenplaats van het Dengbêj cultureel centrum kun je ze dagelijks beluisteren. Behalve op de gebedstijden van de moskee, dan zijn ze bidden.

Wandeling langs en over de stadsmuren
Het grootste monument van Diyarbakır is ongetwijfeld met zijn zes kilometer lengte de stadsmuur. De muur heeft meerdere poorten en 72 verdedigingstorens. De citadel, stadsmuur en de buiten de stad gelegen Hevsel tuinen zijn Unesco werelderfgoed. Op een aantal plekken kun je de metersdikke muur beklimmen voor een uitzicht over de stad, de Tigris en het omliggende landschap. Wel even opletten want relingen, trapleuningen en een vlakke ondergrond ontbreken. En ook in oktober was het rond het middaguur nog behoorlijk warm en heb je op veel plekken op en rond de muur geen schaduw. Wij pakken dan ook maar een stukje muur mee en wandelen op het gemakje terug naar het centrum voor de lunch. In Diyarbakır nemen we afscheid van de groep. De groepsleden gaan naar huis, wij gaan nog meer avonturen beleven in Turkije. Over waar we allemaal terechtkwamen, lees je in een volgend artikel.

Turkeytraveller Tips Mesopotamië/Oost-Turkije
- Is Oost-Turkije gevaarlijk? Ik heb me er geen moment onveilig gevoeld. Niet met ons voornamelijk uit westerlingen bestaande groepje en ook niet als we er met zijn tweeën op uit trokken. De bevolking is vriendelijk, gastvrij en nieuwsgierig. Je ziet wel checkpoints met gewapende soldaten maar meestal word je als Europeaan niet gecontroleerd. In de steden let je zoals overal ter wereld uiteraard wel op je tas en spullen.
- Wil je veel in korte tijd zien, dan verplaats je je het beste met een huurauto. Sneller dan het openbaar vervoer en je komt het dichtste bij je einddoel.
- Voor vrijwel alle historische sites, musea en archeologische vindplaatsen betaal je entree. Bereid je voor op westerse tarieven, variërend van 10 tot 25 euro (2024) per persoon. Al die entreegelden bij elkaar lopen aardig op. Heb je vooraf in beeld welke sites je wilt bezoeken? Voor 165 euro koop je een Müzekart. Een museumjaarkaart waarmee je in heel Turkije toegang tot alle musea hebt. Te koop bij de kassa van elk aangesloten museum.
- Staar je niet blind op het aantal sterren dat een hotel heeft. Boek je niet van tevoren, loop dan gewoon binnen en vraag de prijs en of je een kamer mag zien. Ik kijk meestal vlak voor aankomst op Google naar het aanbod, kies er een of twee uit en besluit als ik het hotel gezien heb.
- Zelf was ik nog nooit ziek van voedsel in Turkije. Ben je hier wel gevoelig voor, let dan op waar en wat je eet. Eten Turken er zelf en is het druk? Dan is het een aanrader. Het water smaakt op de meeste plekken chloorachtig maar overal is water in plastic flessen te koop.
- Realiseer je dat de afstanden in Oost-Turkije relatief groot zijn. Ook al heb je eigen vervoer, reken erop dat je met stops gemiddeld 60 kilometer per uur aflegt.
- Buitenom de Turkse vakanties en feestdagen als suikerfeest en offerfeest is er voldoende accommodatie beschikbaar en kun je prima op de bonnefooi reizen. Is dit te avontuurlijk? Mithra Travel helpt je met je reisplanning. Verschillende Nederlandse touroperators bieden groeps- of individuele reizen naar Oost-Turkije aan.
