Wil je een bijzonder deel van Turkije ontdekken? Ga dan naar het noordoosten! Volg de Zwarte Zeekust van havenstad Trabzon tot aan de Georgische grens. Ontdek de theeplantages van Rize. Maak uitdagende wandelingen in de Kaçkar bergen en verbaas je over hoeveel kleuren groen je om je heen kunt zien. Bezoek de Georgische valleien met hun bijzondere kloosterkerkjes. En eet een uitgebreid Turks ontbijt, bijvoorbeeld met uitzicht op het Uzungöl meer. Voor de thee waarvan je vele glaasjes aangeboden krijgt, groeien de struikjes met theenbladeren hier op de berghellingen. Ik huurde een auto in Trabzon en reisde met vriendin Ans die al net zo’n Turkijefan is als ikzelf door de provincies Trabzon, Rize en Artvin. Reis met ons mee op onze roadtrip in noordoost Turkije.
Eerste dag: op verkenning in Trabzon
In het kader van ‘nu we er toch zijn’, brengen we onze eerste dag door in de stad Trabzon. Zoals op veel plekken langs het Turkse deel van de Zwarte Zeekust is de kustlijn vooral functioneel en niet per se iets waar je lekker gaat recrëeren. Gelukkig heeft de gemeente Trabzon een mooie nieuwe promenade met zitplaatsen langs het water gemaakt, waar je lekker over het water kunt turen. Een groot deel van het winkelcentrum is autovrij en het is er een drukte van belang met winkelende Turken en Arabische toeristen. Die laatsten zullen we nog meermaals tegenkomen tijdens onze rondreis. Noordoost-Turkije is een populaire bestemming voor mensen uit Arabische landen die weleens wat anders willen zien dan zand en woestijn. Deze regio is groen, er is water in overvloed en de Islamitische moraal is er net wat losser dan in het thuisland.
Ook Marco Polo bezocht Trabzon
Trabzon heeft een lange geschiedenis en is van oudsher een smeltkroes van culturen en godsdiensten. Daarin is deze stad geen uitzondering want dat zie je op veel plekken in Turkije. De befaamde zijderoute kwam langs Trabzon en al in de veertiende eeuw was de stad zo gekend dat zelfs Marco Polo er een kijkje kwam nemen. In het centrum hebben sommige gebouwen de Turkse vernieuwingsdrang overleefd, vooral moskeeën, een markthal, bazaar, herenhuizen en ook een kerkje. De St. Anna of Küçük Ayvasil Kilisesi is een piepkleine kerk uit de 9e eeuw. Wij liepen er voorbij maar theedrinkende politieagenten vonden dat wij toeristen het kerkje moesten zien. Dus we werden naar binnen gedirigeerd. Het kerkje deed dienst als expositieruimte voor moderne schilderijen. De fresco’s op de kerkmuren en – plafonds zijn zwaar beschadigd maar maken een bezoek toch zeker nog de moeite waard.
Highlight in Trabzon: de Aya Sofia
We vervolgen onze weg naar een van de bekendste bezienswaardigheden van Trabzon, de Aya Sofia. De derde in Turkije die we bezoeken, na die van Istanbul en Vize. Ook deze Aya Sofia begon als Byzantijnse kerk maar werd later omgebouwd tot moskee. Ondanks dat het gebouw al lang zijn functie als christelijke gebedshuis verloren is en ondertussen ook nog ziekenhuis en munitieopslag was, zijn er nog mooie fresco’s te zien. De Aya Sofia ligt in een mooie tuin en wordt geflankeerd door een 14e-eeuwse klokkentoren. Vanaf het terras van de theetuin heb je uitzicht over zee. Helaas is het fris en dreigt het te gaan regenen dus wij gaan een andere plek opzoeken voor thee.
Ontmoeting met instrumentbouwer
Zoals dat in Turkije soms gaat, krijgt ons uitstapje weer een verrassende wending. Vóór zijn winkel zien we Muzaffer Genç aan het werk. Hij is bezig een saz of bağlama te maken, een bekend snaarinstrument in de oosterse wereld. Hij onderbreekt zijn werkzaamheden graag even voor een praatje. In zijn winkel zit een vriend te tokkelen op een saz. Muzaffer laat verse thee aanrukken, wij delen stroopwafels uit en de saz spelende vriend brengt Turkse liederen ten gehore die over het algemeen over tragische liefdesgeschiedenissen gaan. Op verzoek speelt hij ook nog een nummer van de bekende zanger Tarkan en wij zingen ietwat vals mee. Ook al zijn we nog maar net in Turkije, we voelen ons al weer helemaal ingeburgerd.
Must see: het Sumela klooster
De volgende dag verlaten we de stad richting het Sumela- of Sümelaklooster. Dit bijzondere bouwwerk ziet eruit of het tegen een rots in aangeplakt en kijkt vanaf een imposante 300 meter hoogte uit over een vallei. Het klooster werd juist op die plek gesticht ter ere van de Maagd Maria omdat een Griekse monnik een visioen had over een icoon dat door Sint Lucas beschilderd was. De gebouwen die je nu nog kunt bekijken, zijn uit de 13e en 14e eeuw, maar vanaf de 6e eeuw zou er een klooster gestaan hebben. In 1923, tijdens de volksuitwisseling van Grieken en Turken, werd het klooster ontruimd. Sumela was immers Grieks orthodox. Een brand verwoestte het klooster enkele jaren later grotendeels, maar in 1996 startten de restauratiewerkzaamheden en daar is men nog steeds mee bezig.
Lopend naar Sumela
Inmiddels is Sumela één van de grootste toeristische trekpleisters van de regio. Dat laatste houdt ook in dat de infrastructuur rond het klooster inmiddels op min of meer efficiënte wijze geregisseerd wordt. Auto’s en bussen moeten op een parking achterblijven en bezoekers worden tegen betaling met busjes naar boven vervoerd. Wij kiezen ervoor om te gaan lopen. De zon schijnt, de lucht is blauw en we willen nog wat trainen voor onze trekking in de Kaçkarbergen later deze vakantie. Vanaf de weg heb je meerdere malen de kans om je te vergapen aan de bijzondere ligging van het klooster. En nu ligt die weg er dus, maar hoe deden ze dat eeuwen geleden met alle bouwmaterialen die naar boven moesten? Dat zet je wel aan het denken. De bouw moet letterlijk monnikenwerk geweest zijn.
In Sumela ben je tussen hemel en aarde
We hebben geluk, want er komen net wat busladingen toeristen het klooster uit als wij boven aankomen. Voor het ‘echte’ Sumela ligt nog een klein kloostertje, Ayavarvara, met prachtig uitzicht over de omringende bergen. Daar hebben we mazzel mee, want het kloostercomplex is ook vaak genoeg in dichte mist gehuld. Vervolgens lopen we nog een stukje over een pad en beklimmen een steile trap. Door een klein poortje kom je in het hart van het kloostercomplex. Hoewel het merendeel van de fresco’s hier ook zwaar beschadigd is, zijn nog veel Bijbelse scènes herkenbaar. Mijn Bijbelkennis is vrij minimaal maar vooral de hoeveelheid en de kleuren van de muurschilderingen en de bijzondere plek spreken tot de verbeelding. Je bent hier letterlijk tussen hemel en aarde. Stel je voor hoe het leven hier was, zoveel eeuwen geleden op zo’n geïsoleerde plek…
Volgende toeristische trekpleister: Uzungöl
We verlaten het Sumela en gaan op weg naar een van de andere bekende trekpleisters van de regio: Uzungöl of ‘het lange meer’. Eerst rijden we nog een stuk langs de kust en bij Of duiken we het binnenland in. Rondom Of maken we al kennis met de theeplantages. Langs de Zwarte Zeekust wordt heel veel thee verbouwd en je ziet er veel plantages en fabrieken. Uzungöl ligt op 1100 meter hoogte, ooit ontstaan door een aardverschuiving en is omringd door bergen. Van oorsprong is Uzungöl een Yayla dorp, een nederzetting waar de bevolking in de zomer met hun dieren naartoe gingen omdat er grazige weiden zijn en het er koeler is dan in de lager gelegen dorpen. Knijp je je ogen tot spleetjes en kijk je om je heen, dan zou je ook zomaar in Oostenrijk of Zwitserland kunnen zijn. Als je de moskee wegdenkt, tenminste.
Vakantie vieren tussen Arabieren
Als je Uzungöl van bovenaf bekijkt, ziet het er idyllisch en behoorlijk ‘Instagrammable’ uit. De huizen en pensions zijn allemaal laagbouw en met veel hout gebouwd en de groene bergen torenen boven het smaragdgroene water uit. Maar laat het hier nu ook de hotspot voor de Arabieren zijn. Het dorp wordt overspoeld door gezinnen waarvan de vrouwen geheel gesluierd zijn. Alcohol is er taboe en het enige vertier zijn wat winkeltjes en restaurants, speeltuinen en gelegenheden waar je videogames kunt spelen. Wij zijn er nog relatief vroeg in het seizoen, wat betekent dat driekwart van het dorp zich nog in de wintermodus bevindt. Ook al is het begin juni, het seizoen moet nog beginnen dus veel is nog dicht en er wordt nog verbouwd dat het een lieve lust is. Ook het feit dat je je tussen zoveel gesluierden bevindt is een rare gewaarwording.
Turks ontbijt met kaasfondue
Met onze auto binnen handbereik zijn we gelukkig niet afhankelijk van de geneugten van Uzungöl zelf. De volgende dag is het zondag, ideaal voor een uitgebreid Turks ontbijt op de berg, met uitzicht op het meer. Is een gewoon Turks feestontbijt al een calorieënbom, in het noordoosten doen ze er nog een schep bovenop. Mıhlama is een soort kaasfondue waarbij de kaas gemengd is met maïsmeel. Lekker vullend dus, naast alle andere heerlijkheden. Met onze buik rondgegeten gaan we op weg naar het op 2000 meter hoogte gelegen Karester Yaylası. Gelukkig is onze huurauto een four wheel drive, ideaal op de onverharde en bochtige wegen. Kijk maar even op de foto’s hoe de haarspeldbochten lopen. Soms moet je steken om een bocht door te komen, zo smal is ‘ie! We wanen ons weer eens in het tv-programma Gevaarlijkste wegen van de wereld.
Alleen op de yayla
Is Uzungöl gericht op toerisme, Karester is dat niet. Sterker nog, je komt er geen enkele levende ziel tegen omdat het yaylaseizoen nog niet is begonnen. Er liggen nog wat sneeuwresten hier en daar en alle huisjes zijn nog afgesloten. Op het plateau heb je echter 360 graden en spectaculair uitzicht over de omringende bergen. Het is fijn om even de benen te strekken en een blik te werpen op de groene hellingen en de besneeuwde bergtoppen voordat we via eenzelfde kronkelige en steile weg terugrijden naar Uzungöl. In het dorp zit een tearoom die we al eerder gespot hebben, Hafiz Ahmet Zade, waar de hele vitrine vol ligt met allerlei soorten baklava. Na ons uitgebreide ontbijt hebben we nog niet zoveel trek maar een paar stukjes baklava zijn dan een prima lunch. Tegelijkertijd maken we een strijdplan voor de middag.
Grijze luchten en hoge sneeuwmuren
Na de baklava besluiten we langs de andere kant Uzungöl uit te rijden. We volgen de rivier en rijden door een soort kloof. Daarna wordt het landschap weer weidser en klimmen we hoger en hoger. Ons einddoel is het Balıklı göl (meer met vis) maar of we dat gaan halen is de vraag. Eerst is het landschap nog groen. Langs de snelstromende rivieren staan bungalowtentjes en in ieder tentje zit een Arabisch gezin te relaxen. Ondernemende locals hebben hier een gat in de markt gedicht. Wij kronkelen verder en de lucht wordt grijs. Ook worden de sneeuwmuren langs de weg steeds hoger. En de weg smaller en slechter. Er zijn meer avonturiers onderweg en je kunt tegenliggers bijna niet passeren. We hebben geen zin in ongelukken en stoppen na Demirkapı Yayla op een bergpas bij een houten tentje.
Sneeuwballen gooien met Arabieren
Een ouder echtpaar verkoopt hier thee, honing, mutsen en wanten. De houtkachel brandt en we worden met open armen ontvangen. Ook al is het toeristenseizoen nog niet officieel begonnen, deze mensen zijn er al klaar voor en rijden iedere dag vanuit hun dorp in een gammele auto omhoog om thee te serveren en hun spulletjes te verkopen. We nemen alle wederzijdse wetenswaardigheden over het leven in Nederland en Turkije weer even door voordat we langs dezelfde weg weer terugrijden. Voordat we instappen ontstaat er nog een leuk contactmoment met een groepje Arabische dames. Heel ondeugend gooit er eentje een sneeuwbal naar ons waarbij wij er natuurlijk een teruggooien. Vier paar donkere guitige ogen kijken ons aan en we zwaaien naar elkaar als wij weggaan.
Via de Zwarte Zee kustroute naar Rize
De dag erna trekken we verder. Over de D010 die langs de hele Zwarte Zeekust loopt tot aan de grens met Georgië. We stoppen in Rize, de theehoofdstad aan de kust. Rize is een moderne stad en vrijwel het enige authentieke overblijfsel zijn de muren van een Genuees kasteel met theetuin. We parkeren de auto op zeeniveau en hervatten onze looptraining richting de heuvel waarop de resten van het kasteel liggen. Je hebt er een mooi uitzicht op de heuvels, de stad en de zee maar echt spectaculair wordt het niet. We lopen naar de haven voor een broodje vis en kijken nog even bij de Çay çarşışı, de theemarkt. Te herkennen aan een levensgroot theeglas aan de boulevard. Helaas, de film over de theecultuur leek ons wel interessant maar de theebioscoop is gesloten en verder kan je er alleen maar thee kopen en drinken in nep oude huisjes.
Fırtına vallei met Zilkale burcht
Verder dus maar weer over de kustroute, waar we bij Ardeşen het binnenland induiken. Omdat we nog tijd overhebben, rijden we langs de Fırtına (storm) rivier de gelijknamige vallei in en bezoeken de Zilkale burcht die bijna één is met de rots waarop de burcht gebouwd is. Vanaf de dikke muren heb je een mooi uitzicht. Op verschillende plekken zie je de voor deze regio karakteristieke stenen boogbruggen die het woest kolkende water overspannen. En veel van de huizen in de vallei zijn gebouwd in de voor deze regio kenmerkende bouwstijl met veel hout.
Geweldige overnachtingsplek: Ekodanitap
We eindigen de dag in Çamlıhemşin. Daar belanden we bij Ekodanitap Natural Life, de homestay van Mehmet Demirci en zijn vrouw Kader. De locatie is even zoeken maar dan ben je ook op een geweldige plek. Mehmet erfde dit stuk land van zijn opa, bouwde er een huis met grote moestuin en 3 hutten als gastenverblijf. De hutten kijken uit over de eigen kleine theeplantage, wijnranken en de omringende bergen. Beneden hoor je de rivier klateren. Hoewel we onaangekondigd aankomen zijn we van harte welkom en is er genoeg te eten. Het echtpaar leefde een aantal jaren als herders in de bergen en Mehmet kent ze op zijn duimpje. Je kunt bij hem ook tochten onder begeleiding regelen. Voor ons tekent hij een plattegrondje zodat we de volgende dag zelfstandig naar de yayla kunnen wandelen.
Ziplinen en wandeling naar de yayla
Ayder is het grootste en meest toeristische dorp van de vallei met alle toeristische faciliteiten. Onbedoeld hangen we nog aan een zipline wat toch een heel leuke ervaring blijkt te zijn. Ziplines vind je in de hele regio in alle soorten en maten. En het blijkt niet zo eng als ik aanvankelijk dacht. Na nog een stukje rijden, parkeren we bij de nederzetting Galer en lopen vanaf daar naar Yukarı Kavrun. Ook hier lijkt de yayla nog verlaten maar locals die we onderweg ontmoeten, nemen ons mee naar een huisje waar nog meer mensen zitten te pauzeren. We mogen mee-eten want er is genoeg voor 2 hongerige toeristen. De route naar Yukarı Kavrun is relatief vlak en je kunt er ook met de auto komen. Voor ons een goede training voor onze vierdaagse Kaçkar trekking!
Dorp onder water
Wil je een uitgebreid verslag van onze wandeling naar Yukarı Kavrun en onze wandelingen in de zuidelijke Kaçkar bergen? Lees dan het artikel ‘Kaçkar bergen: wandelen voor avonturiers’. Vanuit Çamlıhemşin kun je met de auto niet het Kaçkar massief oversteken. Te voet gaat wel, maar dan pas later in het seizoen. Onze volgende bestemming Barhal ligt hemelsbreed dichtbij, maar om er te komen moeten we zo’n 250 kilometer rijden en daar doe je 5 uur over. Eerst maar weer een stuk kustweg en 20 kilometer van de Georgische grens weer het binnenland in. Dit deel van het noordoosten is behoorlijk onherbergzaam. En soms ronduit lelijk. Vooral rond Artvin waar met grote voortvarendheid stuwdammen en nieuwe wegen zijn aangelegd. En woon je toevallig ergens in een dorp waar een stuwmeer bedacht is? Jammer dan, je dorp wordt onder water gezet en je krijgt een modern huis op een nieuwe plek.
Tientallen tunnels tussen Artvin en Yusufeli
Eén van de plekken waar dit ook gebeurde is Yusufeli. De weg vanuit Artvin is één en al tunnel. De brug naar het nieuwe Yusufeli is nog niet klaar dus je moet nu nog omrijden. Kon je voorheen raften op de Çoruh rivier, dat kun je nu vergeten. Yusufeli is nu een saaie provincieplaats met huizen en winkels die samen één grote eenheidsworst vormen. Het oude stadje ligt onder het blauwe wateroppervlak van het stuwmeer. Verblijfsaccommodatie is er niet meer. Er is namelijk ook niets meer te beleven dus waarom zou je er ook verblijven. Dat is best een logische redenering. Gelukkig vinden we op een halfuur rijden een gezellige bungalow bij een forellenkwekerij en rijden de volgende dag door naar Barhal waar we onze gids Duygu ontmoeten.
Vierdaagse trekking in de Kaçkar bergen
Met Duygu wandelen we de volgende vier dagen door de Kaçkar bergen. We huurden een gids omdat de routes niet duidelijk aangegeven staan en wij het een te groot risico vonden om alleen op pad te gaan. Dat blijkt een goede keuze. We kwamen geen andere wandelaars tegen. Ook moesten we enkele keren rivieren oversteken en was de bewegwijzering vrij pover te noemen. Duygu hield ook als een havik het weerbericht in de gaten en wijzigde het plan als er slecht weer op komst was. Dankzij haar hebben we vier erg mooie maar zware wandeldagen gehad. In het artikel ‘Kaçkar bergen: wandelen voor avonturiers’ lees je het hele verhaal over onze trekkings. Wandelen in de Kaçkar kun je vergelijken met wandelen in de Alpen of Dolomieten maar dan zonder faciliteiten als hutten, liften of wegwijzers. Ervaring en een avontuurlijke instelling zijn hier wel een must.
Georgische overblijfselen in noordoost Turkije
Na de Kaçkar hebben we nog enkele dagen over. Mehmet uit Çamlıhemşin tipte dat Şavşat wel leuk voor ons zou zijn want ook groen en bergachtig. Uiteraard volgen wij zulke nuttige adviezen op. Maar eerst brengen we nog een bezoekje aan de imposante Tortum watervallen bij Uzendere en het vervallen Georgische klooster Öşkvank. De weg ernaartoe loopt door de bergen en een vallei met schilderachtige rotsformaties. Omdat dit deel van noordoost Turkije vroeger bij Georgië hoorde, vind je er nog veel overblijfselen uit die tijd. Veelal kerken, kloosters en burchten. De meeste daarvan vervallen. De Georgische bouwstijl lijkt erg op de Armeense. Öşkvank ligt in een lieflijk dorp en je kunt er niet meer in. Er zijn al jarenlang plannen voor restauratie maar die zijn nog niet uitgevoerd. Golfplaten schermen de toegang af. Je kunt er nog wel omheen lopen.
Georgiërs op bedevaart
De kerk van Işhan staat er beter voor. Toen we aankwamen, stopte er een bus met Georgische gelovigen. Turkije en Georgië staan op goede voet met elkaar en de inwoners kunnen vrij de grens oversteken. Veel Georgiërs komen op een soort bedevaart. Buiten de kerk werd een korte mis opgedragen en de mensen brandden kaarsen. Ondertussen gingen wij voor een thee en een tosti naar de naastgelegen cafetaria. De kerk had zulke mooie nieuwe deuren, daar hoort vast een sleutel bij. En ja hoor, die was te verkrijgen bij de cafetaria. Maar, ’jullie mogen pas de kerk in als de Georgiërs weg zijn want anders wil iedereen naar binnen en daar beginnen we niet aan’. Tuurlijk, we wachten wel even. Ook hier overleefden de fresco’s en de mozaïeken de tand des tijds niet helemaal. Maar een kniesoor die daar nog op let, toch?
Afsluiting roadtrip noordoost Turkije: Şavşat
Şavşat ligt in het uiterste noordoosten van Turkije, vlak aan de Georgische grens. Ook hier is het groen en stroomt op veel plekken water. Het is er heuvelachtig, minder ruig dan de Kaçkar. Er liggen echter wel hoge toppen in de verte waarvan een aantal nog met sneeuw bedekt. Şavşat hoorde vroeger ook bij Georgië. Het stadje zelf is geen toeristische trekpleister te noemen. Het centrum bestaat uit één lange straat met wat winkels die vooral op de lokale bevolking gericht zijn. Het is vooral geschikt als uitvalsbasis voor tochten in de omgeving. We hebben nog niet echt een plan maar besluiten de volgende dag gewoon de auto te pakken en te kijken waar we uitkomen.
Karagöl Nationaal park
Eerste doel is Karagöl, het donkere of zwarte meer in het gelijknamige nationale park. De weg erheen is heerlijk rustig en leidt ons langs lieflijke boerendorpjes. Het meer is eerder een meertje. Loop je er een rondje omheen, dan kost je dat 20 minuten. Er staan picknickhutjes en er is een hotel met terras waar we thee drinken. Het entertainment is top: een Arabisch koppel dat duidelijk voor de eerste keer in hun leven een roeiboot gebruikt en alle kanten behalve de juiste op gaat. Na de thee rijden we verder door het nationaal park waar het nog heerlijk rustig is. Langs kleurige bloemenweiden waar prachtige donkerpaarse orchideeën groeien. Ook hier lijkt het wel een beetje of je in de Alpen bent, met houten huizen en boerderijen.
Het vervallen kerkje van Cevizli
Volgende stop: de Tibeti kerk bij het dorpje Cevizli. Gebouwd rond het jaar 900 en verwoest door een blikseminslag, waarna ook de koepel instortte. Toch komen ook hier nog gelovigen op bedevaart, getuige de kaarsjes bij portretjes van Jezus en Maria die in een nis staan. Het is een lieflijke plek, waar de lokale bevolking komt om in de schaduw van de bomen thee te drinken en het laatste nieuws door te nemen. Naast het vervallen kerkje staat een klein theehuis met winkeltje waar we een tosti bestellen. Uiteraard is de uitbaatster zeer nieuwsgierig wat twee Nederlandse toeristen komen doen. Zij en haar man wonen ’s winters in Istanbul en in de zomer gaan ze terug naar hun dorp dat nog verder noordwaarts richting de Georgische grens ligt. Ze laat ons foto’s zien van de Arsiyan Yayla waar je een soort drijvende eilandjes hebt. Dat lijkt ons wel wat. Is het ver? ‘Nee hoor, niet ver’.
Eén hindernis te veel
Dat ‘niet ver’ blijkt een klein understatement. In het begin rijden we nog op een asfaltweg die na een aantal kilometer overgaat in een dirt road. Gelukkig slaat onze Dacia Duster met vierwielaandrijving zich manmoedig door alle hindernissen als steile weggetjes, modder en enorme plassen. Maar de laatste hindernis is iets te veel: een kolkende rivier die de weg vernield heeft. We besluiten maar geen risico te nemen. De yayla die even verderop ligt lijkt ook nog vrij verlaten. Niet echt een geschikt gebied om in een rivier vast te zitten met je auto. Dan maar uitstappen, rondje lopen en wat foto’s maken. En dezelfde weg terug, helaas. Dat onze komst toch niet onopgemerkt bleef, wordt duidelijk als we de kazerne passeren die in dit niemandsland ligt. Bij de slagboom staat een soldaat en hij gebaart dat we moeten stoppen. Gelukkig hebben we nog stroopwafels als vredesoffer.
Verdenking van spionage
Uiteraard moeten we alle gebruikelijke wie, wat, waarvandaan en waarom vragen beantwoorden en het is een gezellig gesprek, tot een hogergeplaatste zich meldt. Paspoorten graag. En autopapieren. En jullie hebben foto’s genomen, die willen we ook graag zien. Alles wordt nauwgezet gecontroleerd en er wordt nog getelefoneerd met de een of andere instantie die onze gegevens controleert. Gelukkig is de conclusie dat wij geen spionnen zijn, maar gewoon toeristen op excursie. Zij hebben in elk geval weer iets te vertellen en wij ook. Jammer genoeg geen drijvende eilanden gezien maar toch een leuk avontuur meegemaakt. Je wordt er niet iedere dag van verdacht een spion te zijn, tenslotte. We hebben echt genoten van de avontuurlijke rit en de prachtige uitzichten onderweg.
Roadtrip noordoost Turkije: buiten de gebaande paden
Met dit avontuur besluiten we onze rondreis door noordoost Turkije. De volgende dag rijden we in één ruk het hele stuk over de kustweg D010 terug naar Trabzon waar je een dikke 5 uur over doet. Ik vond dit één van de mooiste Turkije vakanties die ik maakte. Vooral vanwege het landschap en de bergen. Het is zo anders dan andere delen van Turkije. Je bent hier echt buiten de gebaande paden en dat een behoorlijke toeristische infrastructuur ontbreekt, maakt dat het landschap des te ongerepter is. Zeker een gebied om nog eens terug te komen.
Tips voor een rondreis door noordoost-Turkije
- Het noordoosten van Turkije kent een andere infrastructuur dan de toeristengebieden aan de kust. De doorgaande wegen zijn goed en er zijn verblijfsmogelijkheden maar minder mensen spreken Engels of Duits. Is onvoorbereid rondreizen je iets te gortig? Bijvoorbeeld Mithra Travel in Antalya kan je helpen met een route of accommodatie reserveren.
- Met een huurauto ben je flexibel en kom je (bijna) overal. Kies een wat hogere auto met een behoorlijk vermogen en automaat zoals bijvoorbeeld onze Dacia Duster.
- Voor hiking in de Kaçkar en Şavşat zorg voor een complete wandeluitrusting: hoge schoenen met stevige zolen, regenkleding, zonbescherming, stokken, slippers/sandalen, goede rugzak, noten/energierepen, waterfles of thermos, batterijoplader voor je telefoon en EHBO-setje.
- Voor de noordelijke Kaçkar en Şavşat is vliegen op Trabzon of Rize het handigst. Erzurum airport ligt dichterbij de zuidelijke Kaçkar maar tarieven, vluchten of huurauto-aanbod kunnen in Trabzon of Rize gunstiger zijn.
- Het seizoen is van juli of september. Şavşat ligt wat lager dan de Kaçkar dus daar kun je vanaf mei/juni ook al naartoe.
- Zorg ervoor dat je wat basiswoorden Turks kent, dat breekt het ijs als je mensen ontmoet. Een woorden- of aanwijsboekje kunnen ook behulpzaam zijn, zeker in gebieden waar je niet altijd internet of wifi hebt.