Het is nog vroeg in de ochtend als we landen op Istanbul Sabiha Gökçen airport, de uitvalsbasis voor onze rondreis Thracië. Thracië is het meest westelijke deel van Turkije en loopt tot aan de Griekse en Bulgaarse grens. Het gebied is geen geijkte toeristische bestemming, perfect voor de Turkeytraveller dus. Tijdens een vorige autorondreis kwam ik er al eens doorheen op weg naar schiereiland Gallipoli, maar deze week heb ik een auto gehuurd en ga ik samen met mijn reismaatje Ans de hele streek verkennen. Omdat Thracië niet zo’n bekende bestemming is, valt er ook niet zo heel veel informatie over te vinden. We laten ons dus maar verrassen. Thracië, here we come!

Van Istanbul naar Kilyos
We halen de huurauto op en rijden de luchthaven af, noordwaarts richting de Zwarte Zeekust. We hebben geluk. Misschien vanwege het vroege tijdstip in het weekend dat ook nog aansluit op het Suikerfeest; in elk geval is het rustig op de weg. Best fijn als je een hele nacht niet geslapen hebt en nog een stukje moet rijden. Istanbul staat nou niet direct bekend als een walhalla voor automobilisten. Maar we hebben de vierbaans tolweg zowat voor onszelf en in nog geen uur staan we in Kilyos. Daar heb ik een hotel geboekt zodat we de rest van de dag een beetje kunnen chillen.

Kilyos, Istanbul aan zee
Kilyos heet ook wel Kümköy (Zanddorp) en is een geliefde uitvalsbasis voor Istanbullu’s die even aan hun megadrukke stad willen ontsnappen. Het ziet er allemaal nog redelijk authentiek Turks uit. Geen hoogbouw en grote hotels. Het is meer een beetje rommelig geheel in combinatie met wat vergane glorie. Het strand bij het centrum en een verderop gelegen baaitje worden direct lekker commercieel uitgebuit. Betalen als je erop wilt! Alleen ’s ochtends en ’s avonds is het gratis. Het strand is grotendeels volgebouwd met zonnebedjes, heerlijk als je bijna bovenop je buren wilt liggen. Turken hebben toch een ander idee van privacy en gezelligheid. Wij kiezen ’s middags toch maar voor het hotelzwembad. Er is een aantal leuke restaurantjes waar uiteraard veel vis te verkrijgen is. Lekker vers van de grill. Geen bruisend nachtleven hier, maar dat is helemaal niet erg na een nachtje doorhalen in het vliegtuig.


Van Kilyos via Saray naar Kıyıköy
Na een lekker lange nacht en een heerlijk ontbijt in het Kilya hotel starten we onze auto en vertrekken richting Kıyıköy, ook aan de Zwarte Zeekust. Weer is het rustig op de weg. Van Istanbul naar Edirne aan de Griekse grens loopt een enorme tolweg. De tol is voor onze begrippen relatief goedkoop, maar toch kiezen wij voor de D-wegen binnendoor. Dan kom je nog eens langs of door plaatsjes voor een thee- of eetstop. Thracië is prima te doen met de auto, ook als je qua autorijden in Turkije een beginneling bent.

Vragenuurtje in Saray
Lunchen doen we in Saray, in het binnenland van Thracië. Gewoon een Turkse stad waar niks te doen is, maar we hebben honger en vinden een fijn restaurantje voor de lunch. We lopen nog wat rond en komen bij een theetuin. Zoals altijd zitten daar wat gepensioneerden de toestand in de wereld te bespreken. Zo gauw ze ons in het oog krijgen, moeten we erbij komen zitten en begint het vragenuurtje. Van ‘wanneer mogen jullie met pensioen’ tot ‘hoeveel verdien je in Nederland’? Een van de mannen staat erop onze drankjes te betalen. Jammer genoeg liggen onze uitdeelstroopwafels nog in de auto. Altijd leuk als je mensen iets kunt geven. In elk geval is dit alweer een leuke hernieuwde kennismaking met de Turkse gastvrij- en nieuwsgierigheid.


Kıyıköy, van bikini tot burkini
Aan Kıyıköy waren dan wel weer een paar regels gewijd in mijn reisgids. Die roemt het om de idyllische ligging. En inderdaad. Hooggelegen op een rotsplateau kijkt het uit over de Zwarte Zee. Er stromen 2 rivieren langs en het is omgeven door dichtbeboste heuvels. Ook hier ontsnapte men niet aan de bevolkingsguitwisseling in 1923. De Griekse bewoners werden onvrijwillig vervangen door moslims. Het kleine vissersdorp is eigenlijk een citadel, omgeven door oude muren. Wij dalen eerst af naar het strand. Daar is het een gezellige mix van bikini’s en burkini’s. Weinigen lopen naar de imposante witte krijtrots. Wij natuurlijk wel. En we rusten even uit bij het geïmproviseerde strandtentje van een zigeunerfamilie. Na onze verkenningstocht nemen we onze intrek in het Konak Hotel. Eigenaar Seçkin is in zijn nopjes met twee buitenlandse gasten. Het sfeervolle Konak is nog maar net geopend na de restauratie van het pand.

Quick fix bij de bandencentrale
Als ik de auto even verzet, zie ik Ans bedenkelijk kijken. Shit, toch niet mijn velg op de stoeprand kapotgereden? Maar we blijken een lekke voorband te hebben. Ik voorzie al scenario’s van de huurmaatschappij die een monteur naar onze uithoek gaat sturen vanuit Istanbul ofzo. Maar dit dorp lijkt me nu ook niet the place to be voor hulp bij pechgevallen. Toch wel. Hoteleigenaar Seçkin stapt in en dirigeert me naar een vervallen schuurtje met banden in allerlei soorten en maten eromheen. Natuurlijk, de lastıkçı, de bandencentrale! De bandenman is even ergens theedrinken maar wordt snel gevonden en gaat met zijn assistent aan de slag. Hij vist een enorme schroef uit de band. Maar binnen tien minuten is de klus geklaard en kan ik weer rijden. Voor nog geen drie euro. En dat op zondagavond.

Het Aya Nikola rotsklooster van Kıyıköy
Hé, daar is ‘ie weer, die goeie ouwe Sint Nicolaas. Hier geen Sinterklaasgekte zoals in Myra. In Kıyıköy gaat het er rustiger aan toe. Aan de westkant van het dorp daal je de heuvel af en ineens zie je na ongeveer een kilometer aan je linkerhand een in de rotsen uitgehouwen klooster. Uiteraard zijn we de enigen die dit eeuwenoude Byzantijnse heiligdom uit de zesde eeuw willen aanschouwen. Heerlijk als je zo ongestoord kunt rondstruinen. En er is ook geen hek of kaartjesverkoper te vinden, je loopt er zo naar binnen. De zwaluwen maken dankbaar gebruik van deze plek en vliegen af en aan om hun nesten te klaar te maken voor de gezinsuitbreiding. Het klooster is in de 19e eeuw nog gerenoveerd. Je ziet er onder meer nog de kapel, kloostercellen en de heilige bron. Rond het klooster liggen nog enkele campings aan de rivier waar je ook waterfietsen en roeibootjes huurt om mee de rivier op te gaan. Het strand aan deze kant is mooi maar helaas na het suikerfeest danig vervuild.



Duurbetaald paradijsje in Thracië: Kastro
Op de heenweg naar Kıyıköy zagen we al een bruin bord naar Kastro Plajı. Bruine borden zijn meestal interessant om te volgen want ze wijzen naar landschappelijk mooie of historisch interessante dingen. In dit geval schijnt het Kastro strand heel erg mooi te zijn volgens Seçkin van het hotel. Beetje jammer: mooie stranden worden hier ondanks hun afgelegen ligging op verschillende plaatsen als melkkoe gebruikt. Dat zagen we ook al rond Kilyos. Betalen moet je, als je erop wil. Daarna mag je dan wel gebruik maken van de picknicktafels, meldt de parkeerwachter. Het moet gezegd: het strand is prachtig en vrijwel verlaten. Ook hier mondt een rivier in zee uit en kun je met een waterfiets de rivier op. Wij gaan ons geluk beproeven bij de cafetaria. De pannenkoeken die ons vanaf het reclamebord toeschreeuwen zijn er niet. Wij redden ons dan maar met een portie gehaktballen.

Vrienden maken in Vize
Na de lunch gaan we full speed richting Vize. We hebben namelijk een afspraak met een docent Engels en zijn studenten. Het kan snel gaan in Turkije. Vanochtend zag ik een sticker van een Instagram account in de theethuin en ik besloot het te volgen. Cittaslow Vize blijkt van Tayfun te zijn, een 27-jarige docent Engels. Hij stuurt direct een bericht. Komen wij nog in Vize? Zo ja, dan willen hij en zijn studenten ons graag ontmoeten. Er zijn enkele bezienswaardigheden in Vize en die willen ze ons dan laten zien. Het is altijd leuk om op reis locals te ontmoeten en we gaan graag op de uitnodiging in.

Vize is toch verrassend leuk
Het blijkt een goed idee om in te gaan op de spontane uitnodiging van Tayfun. Met zijn studenten Meltem en Berat komt hij naar de restanten van de burcht van Vize. Die vormen samen met twee moskeeën en een amfitheater zo’n beetje het historisch erfgoed van Vize. Tayfun en zijn studenten startten een project om de toeristische bezienswaardigheden te promoten. Op het Cittaslow Vize Instagram account staan zelfgemaakte video’s met Engels commentaar. Vize stond niet in mijn reisgids. Meestal betekent dat: niet interessant. Dat vind ik niet terecht. Verwacht geen spektakel, maar met de kleine Aia Sofia, de Şerbetdar Hasan Bey moskee, het theatertje en de burcht vermaak je je wel een paar uurtjes. Ze liggen allemaal dicht bij elkaar in een rustige wijk bovenop de heuvel waar je ook nog een aantal traditionele huizen vindt.



Thracië: ook voor wijnliefhebbers
Het landschap van Thracië heeft wel wat weg van Frankrijk of Duitsland. Glooiende heuvels, graanvelden, zonnebloemen en wijngaarden. En als je druiven verbouwt, maak je wijn. Naar Italiaans voorbeeld heeft ook Turkije een wijnroute, de Trakya Bağ Rotası. 12 wijngaarden werken hierin samen. Wij zijn relatief dichtbij Arcadia Vineyards en besluiten daar de volgende dag een kijkje te nemen. Bij de wijngaard hoort ook het Bakucha hotel. Het ziet er vanbuiten nogal Disney uit met zijn pompeuze torens. Maar een aardige dame leidt ons rond en binnen is het gelukkig smaakvoller. Je kunt op eigen gelegenheid een ‘uitgezette wandelroute’ van een paar kilometer over het landgoed lopen. Ligt het aan ons? Na tweehonderd meter zien we geen pijltjes meer, het gras staat kniehoog en een duidelijk pad is niet te zien. Typisch gevalletje Turkse wanderlust. Wij tijgeren maar een beetje van hot naar her en door de bosjes en komen op goed geluk weer bij de wijngaard terecht. Met uitzicht op het mooie glooiende landschap genieten we in het sfeervolle restaurant van de lunch. Zonder wijn, want we hebben nog meer te doen vanmiddag.



Een verregende diploma-uitreiking in Lüleburgaz
Gisteravond ontmoetten we in Vize de zusjes Zeynep (17), Elif (12) en hun ouders. Ze nodigden ons voor vandaag uit in hun restaurant in Lüleburgaz. Lang leve navigatie-apps want een beetje doelloos rondrijden is er zo niet bij natuurlijk. De dames zijn een beetje zenuwachtig. Ze moeten nog naar de kapper want vanavond is de feestelijke diploma-uitreiking van Zeynep. Of wij zin hebben om mee te gaan. Maar natuurlijk. Dat overkomt ons ook niet iedere dag. Terwijl zij naar de kapper gaan, struinen wij een beetje door de stad op zoek naar een hotel. Als wij in onze netste kleren klaarstaan voor vertrek, valt de regen met bakken uit de lucht. Eerst wordt het feest uitgesteld, daarna afgelast. Het zou in de openlucht zijn en een plan B is er niet. De familie nodigt ons uit om mee naar hun restaurant te gaan. Daar kunnen we onder het genot van een altijd aanwezige voetbalwedstrijd op tv allemaal onze teleurstelling weg-eten. Uiteraard zodanig dat we zowat uit elkaar ploffen.

Wat is er nog meer in Lüleburgaz te zien en te doen?
Om heel eerlijk te zijn: niet zo heel veel. In het centrum staat de Sokullu Mehmet Paşa moskee. Deze is evenals de Süleymaniye moskee in Istanbul en de Selimiye moskee in Edirne een ontwerp van Turkijes bekendste hofarchitect Sinan. De hamam en de karavanserai zijn ooit ingestort en weer opgebouwd en ingericht als winkelcentrum. En de Zindan Baba türbesi staat vlakbij de moskee. Een türbe is een tombe waarin zich een graf bevindt, vaak met een gebouwtje erop. In deze ligt dus Zindan Baba. Het is er in ieder geval lekker koel en de muren zijn heerlijk chaotisch behangen met allerlei decoraties. Een deel van het centrum is autovrij en als je wilt winkelen, heb je hier heel veel keuze. Bezoek in Lüleburgaz de monumenten, eet en drink ergens wat en je hebt gewoon weer een leuke dag. Ook gezien in Lüleburgaz: de mobiele schoenenwinkel!



Moskeeënmarathon in Edirne
Volgende stop op onze route: de grensplaats Edirne. Dit was stiekem een beetje het hoofddoel van de reis. Hier staat namelijk de Selimiye moskee, een van de mooiste van Turkije én Unesco-erfgoed. Deze moskee mag op mijn Unescotournee natuurlijk niet ontbreken. Hij is enorm groot en vanbinnen indrukwekkend gedecoreerd. Volgens kenners nog mooier dan de Blauwe Moskee in Istanbul. Het is al lang geleden dat ik die zag, maar de Selimiye moskee is zeker ook één van de hoogtepunten van deze reis. Achter de moskee ligt een Ottomaanse begraafplaats. Een deel is keurig bijgehouden. Daar staan de graven in het gras en tussen bloemenperkjes. Achter een muurtje verscholen ligt een ‘rommel’begraafplaats. De stenen staan er schots en scheef en de graven zijn een beetje overwoekerd met onkruid. Vind ik eigenlijk nog veel leuker.




Edirne monumentenstad
Edirne is de eerste stad die je tegenkomt als je in Griekenland de grens oversteekt en is een van de best bewaarde Ottomaanse steden. Het is een levendige universiteitsstad en er komen veel dagjesmensen vanuit Griekenland en Bulgarije. Het centrum is een – zoals gebruikelijk – allegaartje van oud en nieuw. Ottomaanse huizen die op instorten staan naast moderne winkels. Leuk om op een terrasje te gaan zitten en kijken wat er allemaal om je heen gebeurt. De gebruikelijke souvenirs vind je in een van de overdekte markten, bijvoorbeeld de Alipaşa markt uit 1565. De Ottomaanse monumenten liggen door de hele stad verspreid. Edirne is niet supergroot, maar trek je goede wandelschoenen maar aan als je er veel wilt bezoeken. Wij waren er maar een middag, maar ik raad je zeker aan om hier een nachtje te blijven. Dan kun je iets meer op je gemak rondkijken.


De Üç Şerefeli moskee en de Muradiye moskee
Wie van moskeeën houdt, kan zijn hart ophalen in Edirne. Ze zijn er in alle soorten en maten. De Üç Şerefeli ligt ook in het centrum en is al uit 1447. Hij heeft vier minaretten die allemaal verschillend zijn. Ernaast ligt de Sokullu Paşa hamam, ook weer een projectje van architect Sinan. Maar die werkte tot ver na zijn tachtigste, dus logisch dat hij zoveel gebouwen ontwierp. Ik heb eigenlijk het meeste met de Muradiye moskee. Die ligt een eindje buiten het centrum, is daarom heerlijk rustig en het stinkt er niet naar zweetvoeten. En de muren zijn bedekt met heel veel blauwe Iznik tegels die ik zo mooi vind. Deze moskee was het ommetje zeker waard! In de tuin bereiden twee olieworstelaars zich met hun trainer voor op het worstelseizoen. Edirne is dé olieworstelstad van Turkije. Jaarlijks vindt hier het Kırkpınar worstelfestival plaats, meestal in de eerste week van juli.


De langste stenen brug van Thracië vind je in Lange Brug
In Turkije is het leven soms verrassend gemakkelijk. Dorpjes of steden heten naar iets wat er is of verbouwd wordt. Zo ook Lange Brug, Uzun (lang) + köprü (brug) = Uzunköprü. Dit is het stadje van de lange brug, duidelijk. Tussen 1426 en 1443 gebouwd, 1.329 meter lang en 6,8 meter breed. Daarmee officieel de langste stenen brug van Turkije. En er dendert nog dagelijks veel verkeer overheen. Er is ook een nieuwe brug, gelukkig maar. Anders zou de lange brug wel instorten. Ik heb er een wandelingetje langs gemaakt. Dat kan, want de Ergene rivier die onder de brug doorloopt is hier niet meer dan een klein stroompje. Dat nogal stinkt en een beetje zwart ziet. Maar we kunnen ‘m afvinken van de to-do lijst, die brug. Hij is potentieel Unesco erfgoed dus stel dat ‘ie op de lijst komt, heb ik ‘m alvast gezien! Leuk: de deels overdekte markt op donderdag.



Een knap staaltje ingenieurschap
Terug naar de kust maar weer. Na de markt starten we de auto en rijden we naar het zuiden. De eindbestemming van vandaag is Erikli. Eerst nog een lekker kopje thee en een pannenkoek in Mecidiye bij Demircioğlu Camping. Je kunt hier je tent opslaan of overnachten in een soort zelfgebouwde trekkershutten. Erg idyllisch, zo aan het water overnachten en een leuke plek voor een uitgebreid Turks ontbijt. Wij besluiten toch maar naar Erikli door te rijden en maken eerst nog een stop in Librice Limanı. Daar breekt onze klomp. Een vliegtuig te water! Het blijkt dat ze juist vanmiddag een gestript vliegtuig op zee laten afzinken. Dat moet een rif voor diepzeeduikers worden. Helaas hebben de Turkse ingenieurs het project niet tip top voorbereid. Eén touw aan een vliegtuig binden en dat met een bootje proberen vlot te trekken bij een stevige zeewind is vragen om problemen. Na vier mislukte pogingen geloven we het wel en gaan we naar Erikli.


Erikli, badplaats aan de Golf van Saros
Erikli is het enige plaatsje aan de Golf van Saros dat is ingericht op toerisme, vooral Turks toerisme. We vinden een aardig pensionnetje aan de rand van het dorp en gooien daar snel onze tassen neer en gaan lekker naar het strand. Erikli heeft een ongeveer 2 kilometer lang zandstrand waar je op verschillende plekken bedjes kunt huren en er zijn strandwachten die nauwlettend in de gaten houden of je niet buiten de boeien zwemt. Als je nog maar je teen onder het touw door steekt, blazen ze al op hun fluitje. Er zijn wat eenvoudige restaurantjes in het plaatsje en veel feestgedruis is hier niet te vinden. Op tijd naar bed dan maar. De volgende ochtend zitten we nog even op het strand en zien we zowaar het vliegtuig van gisteren drijven. Het is dus toch gelukt om dat ding uit de haven te krijgen, hoera!


Tekirdağ, stad van köfte en rakı
Na de lunch waarbij we kennismaken met de mobiele worstenman, zetten we onze reis voort naar Tekirdağ aan de zee van Marmara. Die staat vooral bekend om zijn Tekirdağ köfte (gehaktballetjes) en rakı, de sterke anijsdrank. In Tekirdağ vind je ook nog opvallend veel oude houten huizen. Natuurlijk in verschillende staten van ontbinding. Zo vind ik ze eigenlijk nog het mooist. Eenmaal gerestaureerd zien ze er al snel uit als een soort decor van een filmset. Maar goed, smaken verschillen. Hoogtepuntje van vandaag: nieuwe vrienden maken. Op een soort jaarmarkt ontmoeten we studente Gökçe. Ze werkt in de noten- en gedroogd fruitkraam en wil graag Engels praten. We moeten in de kraam komen zitten, theedrinken en eten. Weigeren is uiteraard niet toegestaan. De gedroogde vruchten zijn heerlijk en er gaat een voorraadje mee naar huis. En de Tekirdağ köfte? Helaas, die was al op in het restaurant waar we ze wilden bestellen.



Over de ring van Istanbul naar Riva
Onze laatste dag alweer. Het regent een beetje en er is niet echt meer iets wat we per se willen zien. Misschien hebben we ook nog een bruiloft in de buurt van Istanbul. We zijn uitgenodigd door onze vriendin Aysel uit Dalyan om bij de bruiloft van haar dochter te zijn. Het is ‘in de buurt van Istanbul’ maar we hebben nog geen idee waar en hoe laat. We besluiten in Riva, ten noorden van Istanbul aan de Zwarte Zeekust te overnachten. Om daar te komen moeten we nog wel zo’n tien kilometer over de ring van Istanbul. Dat zijn gelijk de tien spannendste kilometers met drie bijna-aanrijdingen. Niet normaal hoe druk het hier is en iedereen wisselt maar van rijstrook zonder te kijken of richting aan te geven. Snel wegwezen hier!



Toch nog een bruiloft in Thracië
Turkse planning, om vier uur komt dan toch het verlossende telefoontje over de bruiloft. Die blijkt om zeven uur vanavond te zijn. Ik zie het niet zo zitten om weer richting Istanbul te gaan, maar wat blijkt? Het feest is zowaar in Riva op zo’n 20 minuten rijden van ons pension. Dat kan haast geen toeval zijn. Kunnen we toch weer opnieuw onze feestjurken tevoorschijn halen! Zeven uur blijkt toch een Turkse zeven uur te zijn. Rond half negen begint het diner. Dikke grijze wolken, donder en bliksem in de verte maar ook hier is geen plan B. Keurig gedekte tafels voor 200 gasten, een dj en dansvloer in de tuin. Gelukkig waait het onweer over en kunnen we onder het genot van knetterharde muziek toch onze zes gangen nuttigen en daarna met de voetjes van de vloer. Een mooie afsluiting van deze rondreis door Thracië. Morgenvroeg zitten we weer in het vliegtuig naar Amsterdam.

Tips voor een rondreis Thracië
- Over Thracië is in de bekende Nederlandse reisgidsen niet zoveel te vinden. Wij baseerden onze rondreis Thracië min of meer op die reisgidsen. Pas in Tekirdağ vonden we een open VVV-kantoor met een behulpzame medewerker en busladingen folders. En blijkt er natuurlijk veel meer te zien en te doen dan wij dachten. Niet dat we daar nog tijd voor hadden, maar toch. Op http://trakyaturizmrotasi.com/en/ vind je ook al veel info.
- Neem een Turks miniwoordenboekje of taalgidsje mee. Omdat er in Thracië in veel plaatsen maar weinig Europese toeristen komen, spreken veel mensen geen Engels. Handig als je je dan toch enigszins verstaanbaar kunt maken.
- Autorijden is over het algemeen prima te doen in Thracië. Alleen voor de ring van Istanbul moet je over stalen zenuwen beschikken. Vlieg je op de nieuwe Istanbul Airport, dan vermijd je de ring. De luchthaven ligt ten noordwesten van de stad buiten de ringweg.
- Zeker als je veel secundaire wegen neemt, rijd je vaak niet meer dan 60 tot 80 kilometer per uur. Helemaal niet erg, maar als je zoals wij in korte tijd heel veel wilt zien, slokt autorijden toch best veel tijd op. Houd daar rekening mee bij het maken van je reisplan. Je kunt je in Thracië makkelijk een tot twee weken vermaken, zeker als je ook nog een bezoek aan Istanbul brengt.

2 reacties
Heel erg leuk geschreven!
Voor 3 euro een reparatie v.d. autoband😄. Goed voor het milieu en zo laat je bij de toeristen ook nog eens een goede indruk achter. Ik heb in Italië wel eens wat anders meegemaakt.
Dank voor je compliment. Tja ik ken ook de toeristenuitmelk- en oplichtpraktijken. En die komen helaas ook in Turkije voor. Maar het overgrote deel van de mensen die je tegenkomt als je reist is gelukkig heel gastvrij en behulpzaam. Zeker op het platteland. En probleempjes worden dan gewoon op de lokale manier opgelost, heerlijk.