Een rondreis Oost-Turkije stond al even op mijn verlanglijstje. Op de Facebookpagina Turkije Anders Beleven vond ik een korte rondreis met een interessant programma tegen een aantrekkelijke prijs. Het feit dat een treinreis met de Doğu Express of Eastern Express de afsluiter van deze trip was, trok me over de streep. Plus dat deze rondreis Oost-Turkije midden in de winter vertrok. Het onherbergzame oosten van Turkije met temperaturen die gemiddeld ver onder het nulpunt dalen leek me een aardige uitdaging. Hoewel een groepsreis niet echt mijn ding is, leek het me voor de eerste kennismaking met Oost-Turkije wel handig omdat je dan zelf geen vervoer en onderdak hoeft te regelen en alle programmaonderdelen gereserveerd zijn. Half januari pakten reismaatje Ans en ik onze rugzakken vol warme kleding en vlogen we vanuit Antalya naar Van, de stad die aan het grootste meer van Turkije ligt.
Een goed begin: een stevig Van ontbijt
Halverwege de ochtend landen we op de kleine luchthaven van Van waar het pas gesneeuwd heeft. Dat is al een goed begin van deze winterse trip door Oost-Turkije. De bus brengt ons direct naar ontbijtsalon Sütçü (melkman) Fevzi direct aan het Van meer. Huh? Ontbijten bij een melkman? Tja, zuivel speelt een grote rol bij het Van ontbijt. Boter, verschillende soorten kaas, room en warme melk zijn een paar van de ingrediënten van dit uitgebreide ontbijt waar Van bekend om staat. In 2014 haalde Van zelfs het Guinness Book of Records met meer dan 50.000 mensen die aanschoven voor het grootste ontbijt ter wereld. Van heeft zijn ontbijtcultuur zelfs voorgedragen aan de Unesco als immaterieel werelderfgoed en een straat in het centrum heeft de bijnaam ‘ontbijtmakersstraat’. Dat belooft veel goeds!
Van is de hoofdstad van het Turkse ontbijt
In Turkije neemt uitgebreid ontbijten sowieso al een belangrijke plek in de eetcultuur in, maar Van lijkt de hoofdstad van het ontbijt. Twee lange tafels vol met schaaltjes verwelkomen onze hongerige magen. Brood, jam, honing, spiegelei met stukjes vlees, komkommer, tomaat, olijven, verschillende soorten kaas, kaasrolletjes, frietjes, boter, room en twee smeersels op basis van boter en meel. De obers rennen af en aan met glaasjes thee en warme melk. De Turken kunnen zo’n uitgebreid ontbijt makkelijk enkele uren rekken, maar wij hebben nog een vol programma vandaag. Helaas is het erg bewolkt en mistig en kunnen we maar een klein stukje van het beroemde Van meer zien. Een goede reden om hier in een warmer jaargetijde nog eens terug te komen.
Van, strijdtoneel en slachtoffer van een aardbeving
We blijven maar kort in Van. De beroemde burcht die hoog boven het meer uittorent, zien we alleen vanuit de bus. De geschiedenis van Van gaat terug tot de negende eeuw voor Christus en er zijn door de jaren heen verschillende oorlogen uitgevochten omdat volkeren de stad probeerden in te lijven. In de Eerste Wereldoorlog werd de oude stad door de Ottomanen vernietigd en in 2011 werd Van nog getroffen door een flinke aardbeving. Het herbouwde Van moet nog even wachten tot een volgend bezoek. Met onze rondreis Oost-Turkije doen we in Van alleen een zilversmid aan. Dit onderdeel spreekt mij niet zo aan want het doet mij denken aan verplichte bezoekjes aan tapijt- of leerwinkels die je nogal eens bij georganiseerde trips in Turkije tegenkomt. Op het terrein is ook een kattenopvang. Ik besluit me daarmee te gaan vermaken.
Van heeft ook zijn eigen kat
Het Van kattenras is meestal grotendeels wit en heeft vaak twee verschillende gekleurde ogen. In het Van Kedi Evi (kattenhuis) leven zo’n 20 van deze speelse rakkers. Tegen betaling van een klein bedrag mag je met wat voer in het kattenverblijf met ze spelen. Het voer lijkt mij nogal overbodig, aangezien de katten gewoon verzorgd en gevoerd worden. Het is voor zover ik begreep een project van de universiteit die onderzoek doet naar deze bijzondere katten. Ik vind ze heel lief en leuk, alleen mijn enorme kattenallergie weerhoudt me om ze te gaan knuffelen. Het is wel leuk om te zien hoe aanhankelijk ze zijn en zich enthousiast storten op de bezoekers die wel het verblijf binnengaan.
Muradiye watervallen: spektakel van water en ijs
We vervolgen onze weg richting de Muradiye watervallen die op 1700 meter hoogte even ten oosten van het Van meer liggen. Die zouden in deze tijd van het jaar helemaal bevroren kunnen zijn, maar zover is het nog niet. Het water stort zich met een enorme kracht van de rotsen dus ik vind het sowieso al wonderlijk dat de halve waterval bevroren is. Maar de temperatuur komt er ’s winters niet boven het vriespunt. Over een wankele houten brug steken we de rivierkloof over en hebben dan zicht op het spectaculaire natuurverschijnsel dat wel wat weg heeft van een enorme bruidstaart.
Op weg naar het Ishak Paşa paleis
Op weg naar onze laatste bezienswaardigheid van vandaag rijden we over stille wegen, langs besneeuwde velden en rode vulkanische bergpieken en eenvoudige dorpjes. De route over de 2644 meter hoge Tendurek bergpas loopt vlak langs de grens met Iran. Wat een onherbergzaam gebied. Ik kan maar weinig redenen bedenken om hier te wonen, overgeleverd aan de elementen. Bij helder weer heb je onderweg zicht op Turkije’s hoogste berg, de Ararat. Bekend van de ark van Noach. Helaas verschuilt de magische berg zich achter de mist en laaghangende wolken. Na anderhalf uur rijden komen we aan in Doğubeyazit. Dit sjofele stadje is de uitvalsbasis voor trektochten naar de Ararat. Voor wie de tocht naar de top van de 5137 meter hoge vulkaan liever niet aflegt is er ander vertier in de vorm van het Ottomaanse Ishak Paşa paleis.
Ingestort paleis ‘with a view’
Even buiten Doğubeyazit staat het machtige Ishak Paşa paleis op een rots. De bouw begon in 1685 en duurde tot maar liefst 1784. Het paleis is een mengelmoesje van bouwstijlen en raakte sinds 1875 in verval toen het Turkse leger het als kazerne in gebruik nam. Waar eens de haremvrouwen leefden, werden honderden soldaten ingekwartierd. Tijdens de Russische overheersing bleef er helemaal weinig van de vroegere pracht en praal over. Wat wel bleef, is het fantastische uitzicht over de ruige bergen. Maar ik kan me nu toch niet voorstellen dat het leven hier ooit comfortabel was. De ijskoude wind waait door het paleis dat nu grotendeels vervallen is.
Een gezellig etentje in Iğdir
In Iğdir waar we overnachten, zoeken we los van de rest van de groep nog snel een Turkse pizza en een salade en zoals dat meestal gaat zijn we als 2 Hollandse dames in het verder lege restaurantje de bezienswaardigheid van het jaar. Natuurlijk volgt het traditionele vragenvuur, beginnend met ‘waar komen jullie vandaan?’. De pizzabakker deelt het nieuws van onze aanwezigheid via een videogesprek met zijn vriendin en ook wij mogen al snel aan het gesprek deelnemen en onze mening geven over Turkse mannen en hem in het bijzonder. Dankzij de Turkse nieuwsgierigheid en het feit dat wij het leuk vinden om Turks te oefenen, is er van een saai etentje geen sprake. Ook niet van een noemenswaardig bruisend nachtleven en omdat we er weer vroeg uit moeten, ga we na het eten weer snel op ons hotel aan.
Oorlogsgeschiedenis in Kars
De wekker gaat alweer vroeg. Na het ontbijt moeten we om 8 uur in de bus zitten. Die brengt ons naar Kars, op zo’n 40 kilometer van de Armeense grens. Als eerste stoppen we bij Kafkas Cephesi Harp Tarihi Muzesi, ter nagedachtenis aan de oorlogen die in dit deel van Oost-Turkije uitgevochten zijn. In het robuuste, zwart basalten gebouw is een indrukwekkende tentoonstelling gemaakt om de barre omstandigheden van de soldaten ter herdenken. Direct bij binnenkomst is een heel mooi monument gemaakt met rijen schoenen met lichtjes erin. Stel je maar voor dat de soldaten die schoenen droegen, in de winter bij temperaturen onder nul en anderhalve meter sneeuw. Veel van de informatie is in het Turks maar je kunt je er een goede voorstelling van maken hoe er in die tijd geleden is.
De stad Kars in een notendop
Het op 1750 meter gelegen Kars is een aantal eeuwen in Georgische, Armeense en Russische handen geweest. Pas sinds 1921 hoort het officieel weer bij Turkije. Kars heeft een andere bebouwing dan andere Turkse steden. Je waant je op sommige plekken eerder in een Baltische staat dan in Oost-Turkije. Sommige gebouwen zijn robuust en van zwart basalt en andere gebouwen lijken op een roze of gele suikertaart met witte versiersels. Ook het stratenplan wijkt af, alle straten liggen in rastervorm wat wel zo makkelijk is. Gans, honing en kaas zijn de plaatselijke delicatessen en winkel- en restaurantmedewerkers hebben en dagtaak aan de vloer dweilen. Bezoekers van plaatselijke etablissementen nemen zonder uitzondering een modderige drab onder hun schoenen mee naar binnen. Kars is ook voor veel mensen het begin- of eindpunt van een reis met de beroemde Doğu Express trein. Daarover later meer.
Koude stad, warme soep
We stappen weer uit de bus onderaan de burcht van Kars, de Kars kalesi. Aan de voet van de burcht liggen een oude brug over de Kars rivier, enkele moskeeën en hamams en een tot moskee omgebouwde kerk. We lopen hier een rondje met de groep terwijl de gids wat wetenswaardigheden over de verschillende gebouwen vertelt. Als we nog even vrij mogen rondlopen, wordt het pas echt leuk. We stuiten op een man die gratis soep uitdeelt. Waarom? ‘Nou gewoon, het is koud en we willen de mensen een warm gevoel geven.’ Afslaan is geen optie en toevallig is het ook lunchtijd dus we laten ons de hete linzensoep goed smaken. En onze ministroopwafels vinden gretig aftrek onder de toegestroomde inwoners die ook wel zin hebben in een soepje. Na de lunch vertrekken we naar Sarıkamış ski resort, op 55 kilometer van de stad.
Heldenmonument in de kou
Onderweg naar – ik citeer mijn Rough guide reisgids- de koudste stad van Turkije Sarıkamış, passeren we nog een heldenmonument. In Turkije kom je op wel meer plaatsen dit soort monumenten tegen voor gevallen soldaten, ook wel martelaren genoemd. Ook weer vanwege de jarenlange overheersing en bijbehorende oorlogen, staan er op meerdere plekken in deze buurt van dit soort gedenkplaatsen. We gaan even de bus uit om wat foto’s te maken. Voor Turken zijn zulke monumenten echte bedevaartsplaatsen, want na ons stoppen er nog twee bussen met Turkse toeristen. Ik ben allang weer blij als ik de warme bus in kan, laat staan dat ik hier als soldaat gelegerd was in deze kou. Net buiten het dorp Sarıkamış hebben we vanuit de bus nog zicht op het jachthuis van tsarin Katharina.
Skiën rond de moskee in Oost-Turkije
Sarıkamış ski resort heeft met zijn drie stoeltjesliften en zes pistes niet de potentie om een skiwalhalla te zijn en we zijn er net iets te kort om de latten onder te binden. Maar een tochtje met de stoeltjeslift naar de blokhut boven laten we ons natuurlijk niet ontzeggen. Het is leuk om er een beetje rond te lopen en een warm drankje te nemen in het pisterestaurant. Het blijft ook bijzonder: met een stoeltjeslift een berg op gaan en boven aangekomen is het eerste dat je ziet een moskee. Hoe druk je ook bent met skiën, je kunt altijd even gaan bidden bij de piste. We sluiten de dag af in Kars. In het gezellig restaurantje Hanımeli zien we het gezin aan het tafeltje naast ons eerst een paar steelse blikken op ons werpen voordat ze de stoute schoenen aantrekken en ons vragen waar we vandaan komen. En de rest.
De Armeense ruïnestad Anı
De volgende ochtend staat er wat mij betreft een klein hoogtepuntje op het programma. De ommuurde Armeense ruïnestad Anı is Unesco werelderfgoed en ik ben hard op weg om alle Unesco werelderfgoedsites in Turkije van mijn bucketlist af te strepen. Anı is een voormalige hoofdstad van Armenië en ligt op een steenworp van de (dichte) Armeense grens. In de hoogtijdagen van Anı woonden er ruim 100.000 mensen. Dankzij aardbevingen en oorlogen werd de stad verlaten en zijn de meeste gebouwen vernietigd. Er zijn nog steeds restauratiewerkzaamheden en opgravingen aan de gang, maar de Turkse staat stelt slechts kleine bedragen hiervoor beschikbaar. Een voordeel van Anı: alles wat nog wel overeind staat op de stenige vlakte valt op dus je kan vanaf de entree bij de kolossale stadsmuren makkelijk een route langs de monumenten plannen.
Anı, stad van de duizend-en-één kerken
Een rondje over het terrein van Anı kost je ongeveer twee à drie uur. Wij hebben de klim naar de burcht en de citadel niet gemaakt. In mijn reisgids staat die overigens nog als verboden terrein, mede vanwege de gespannen verhoudingen tussen Turkije en Armenië. Vanwege de sneeuw en de beschikbare tijd hebben we ook maar geen poging gewaagd. Ook hier zou ik best nog weleens in het voorjaar of in de zomer terug willen komen. Het winterweer met de laaghangende wolken en de kale stenige vlakte geven het geheel nu een desolate en triestige uitstraling. Destijds heette Anı echter de stad van de duizend-en-één kerken. De meeste gebouwen stammen uit de tiende eeuw en golden als technische en artistieke hoogstandjes. De gebouwen die je nu nog kunt bezichtigen, zijn kerken, een kathedraal en een moskee. Er is nog genoeg van overgebleven om je voor te stellen hoe imposant de stad in zijn bloeitijd was.
Theepauze met disco onderweg
Na het indrukwekkende Anı gaan we op weg naar het Çıldır meer. Onderweg stoppen we nog even voor een thee- en toiletpauze. Heel grappig, zodra we de bus uitstappen klinkt uit de boxen die buiten hangen keiharde, vrolijke Turkse volksmuziek en algauw staan verschillende groepsgenoten vrolijk buiten in de kou te dansen. Het Çıldır meer is in grootte tweede meer van Oost-Turkije en ligt op bijna 2000 meter hoogte. Het meer is zes maanden per jaar dichtgevroren. Ik twijfel nog even of onze geplande arrensleetocht wel verstandig is, maar als ik een personenauto op het ijs zie rijden, heb ik vertrouwen dat het allemaal wel goedkomt.
Trojka hier, trojka daar
In groepjes nemen we plaats in de sleeën. Niet te vergelijken met de luxe Alpenvariant. De Turkse trojka is wat eenvoudiger van ontwerp en constructie. Ook de warme paardendeken en schapenvacht ontbreken. Maar die blijken achteraf ook niet nodig want na een klap op de kont vliegen onze paarden ervandoor, rennen 300 meter, draaien om en binnen enkele minuten zijn we weer terug bij af. Nog een beetje beduusd stappen we weer uit en krijgen vervolgens de slappe lach. Hebben we hier anderhalf uur voor gereden? Wij hebben met nog enkele groepsleden geen lunch in het restaurant op de oever gereserveerd en een alternatief is er niet op loopafstand. Gelukkig hebben wij bij de theestop nog soep gegeten. Het is in het restaurant ook zo chaotisch dat we de hoop op toch nog eten maar opgeven en ons heil buiten zoeken. Dit is niet helemaal wat we ons er van voorgesteld hadden, maar we gaan er zelf maar iets leuks van maken.
Met je blote handen wakvissen
In de zomer schijnt het uitgestrekte meer een vogelparadijs te zijn met onder meer valken, haviken en pelikanen, maar met de vrieskou van nu zijn er natuurlijk geen beesten te zien. Het is wel een spectaculair gezicht, de ijzige witte vlakte omgeven door de besneeuwde bergen. Maar iets zegt me dat de streek ook in de zomer geen paradijselijke omgeving is voor de bewoners en dat ze hier meer bezig zijn met overleven dan met relaxed leven. Wij vermaken ons met toekijken bij het ijsvissen. Schijnt ook een beetje een toeristenlokkertje te zijn, waarbij ze alleen netten omhoog halen waar de gevangen vissen al in zitten. Maar, grote bewondering voor de vissers die met hun blote handen in de vrieskou de netten uit het wak vissen. Ook hier kunnen de stroopwafels uit Nederland weer op enthousiaste reacties rekenen en bij gebrek aan lunch nemen we er zelf ook maar eentje.
Kers op de taart: de Doğu Express
Op onze laatste ochtend staan we weer vroeg naast ons bed. Om stipt 8 uur vertrekt de Doğu Express trein vanaf het station van Kars. Deze trein legt zo’n 1300 kilometer af naar Ankara en doet daar met 47 stops ruim 24 uur over. Of langer, afhankelijk van de omstandigheden onderweg. Wij reizen mee tot Kayseri in Midden-Turkije waar we tussen 1 en 2 uur ’s nachts verwachten aan te komen. Met name dit deel van de reis is erg mooi, omdat je in het oosten van Turkije door spectaculaire landschappen komt. Als we op het station aankomen is het nog donker en grijs. We hebben nog ruim de tijd ons te installeren in onze coupé en om rond te trein foto’s te maken. Al kort na vertrek breekt de zon gelukkig door. Wat een mazzel, nu ziet de wereld waar we doorheen rijden er een stuk vrolijker uit!
Comfortabel reizen met de Doğu Express
Wij hebben gewone stoelen in de trein. Als je de hele reis maakt, raad ik wel een slaapcoupé aan. Op zich vind ik mijn stoel prima. Ik heb genoeg beenruimte, er is een tafeltje en de stoel kan achterover. Tijdens de reis kun je zoveel je wilt heen en weer lopen door de trein. Het gangpad is lekker breed. Achterin is een restauratiewagon waar je eten en drinken kunt kopen. Tijdens de stops op grote stations kun je ook even uitstappen. Als je maar dicht bij de trein blijft, want het fluitsignaal betekent direct vertrekken. Ik had maanden geleden al eens over deze trein gelezen en heb echt zin in dit deel van de reis. Zo’n lange treinreis heb ik echter nog nooit gemaakt, dus ik ben heel benieuwd. Een uitgebreid verslag van de reis lees je in het speciale artikel over de Doğu Express trein, hier op Turkeytraveller.nl.
Geniet van het prachtige uitzicht in de Doğu Express
Het grootste deel van de tijd sukkelt de trein vrij traag voort en heb je alle tijd om te genieten van het landschap. Bergen, meren, rivieren, rotskloven het komt allemaal voorbij en je hoeft alleen maar te zitten en te kijken. Ik verveel me geen minuut tijdens het gedeelte van de reis dat het licht is. Daarna is het mooie schouwspel voorbij en vermaak ik me met lezen en slapen. De Doğu Express is een geweldige manier om voordelig een lange afstand af te leggen en onderweg ook nog veel te zien. Op mijn treinticket stond 41 lira, omgerekend nog geen zeven euro. Uiteindelijk komen we ’s nachts om half 3 in Kayseri aan waar we afscheid nemen van de groep die per bus terug naar Antalya reist. Zij hebben nog flink wat uren voor de boeg en ik ben blij dat wij na een korte taxirit in ons vooraf gereserveerde hotelbed kunnen storten voor we doorreizen naar sprookjesachtig Cappadocië.
Oost-Turkije, gaan of niet?
Meer nog dan het westelijke deel, moet Oost-Turkije tegen vooroordelen opboksen. Is het gevaarlijk om daar rond te reizen? Ik heb me er geen seconde onveilig gevoeld. Ook niet als wij ’s avonds met zijn tweeën door een stad liepen. Je komt er wel regelmatig politiecontroles tegen en bewapende grensposten tegen, maar als je papieren in orde zijn is er niets aan de hand. Ik vond de mensen die wij tegenkwamen juist ontzettend aardig, nieuwsgierig en gastvrij. Qua hygiëne: je vindt hier op veel plaatsen en ook in de Doğu Express nog hurktoiletten. Maar gezien de staat waarin het gemiddelde openbare toilet in Oost-Turkije verkeert, is zo’n hurktoilet in mijn ogen zo gek nog niet. Wij hebben ook prima gegeten en zijn daar niet ziek van geworden. Net als elders in Turkije kun je het beste flessenwater drinken. En was het koud? Ja. Maar kleed je in laagjes (thermo)kleding en draag warme schoenen. Hou je van een beetje avontuur? Gewoon gaan!
Oost-Turkije met een groepsrondsreis
Voor een eerste keer Oost-Turkije vond ik een groepsrondreis prima. Je hoeft je nergens druk over te maken want vrijwel alles is geregeld en het meeste vooraf betaald. Gelukkig was er binnen onze rondreis voldoende mogelijkheid om zelfstandig dingen te doen en toch een beetje buiten de gebaande paden te treden. Zo zijn zonder groep en gids door Anı gelopen en regelden wij onze eigen lunches en diner. Maar vind je het nog te spannend om Turkije zelfstandig te ontdekken, dan is een groepsrondreis natuurlijk ideaal. Ook het gebied tegen de Syrische grens is een aanrader. Lees ook het artikel Oost-Turkije minirondreis: Diyarbakır, Mardin en Midyat.
2 reacties
Leuk geschreven Margreet. Het was erg gezellig om jullie bij mij in de groep te hebben. Hoop jou en Ans nog eens te mogen treffen.
Dank je wel Harold, we hebben genoten van de reis. Goed dat je deze trips organiseert. Is een laagdrempelige manier om op plekken te komen waar je toch even twee keer over na moet denken. En zéker in de winter erg bijzonder om te zijn.